Zorgen over Nederlandse exportprestaties houden aan

exportprestaties

De exportprestaties van Nederland zijn momenteel erg wisselvallig. In nieuwe data ziet ING Research het sentiment van het bedrijfsleven daarover ook niet echt verbeteren, terwijl de zorgen om de concurrentiepositie juist toenemen. Bovendien zijn de verwachtingen voor de vraag uit zowel Europa als China gematigd en stemmen de ontwikkelingen in de VS ook niet echt optimistisch voor de Nederlandse exportsector. Redenen genoeg voor een neerwaartse bijstelling van de groeiverwachting voor zowel export als economie.

Ongeveer een derde van de Nederlandse economie is direct of indirect afhankelijk van de vraag uit het buitenland. Maar sinds de tweede helft van 2023 wisselen in de export krimp en groei elkaar elk kwartaal af. Terwijl de dienstenuitvoer gestaag blijft toenemen, gaat de goederenexport met horten en stoten. De correctie van de goederenhausse gedurende de coronaperiode, de energiecrisis en de bijbehorende aanpassing van voorraadniveaus leidden tot een terugval van de vraag. De Nederlandse goederenuitvoer bleef de afgelopen kwartalen dan ook achter bij de ontwikkeling van de totale goederenhandel in de wereld.

Concurrentiepositie verder verslechterd

Ook de hogere koers van de euro en de hoge inflatie in ons land speelden onze exportsector de afgelopen anderhalf jaar parten. Het is dan ook niet verrassend dat het Nederlandse bedrijfsleven in enquêtes aangaf negatiever te zijn geworden over de concurrentiepositie buiten de EU. Dit blijkt uit indicatoren waarin ING Research de uitkomsten van peilingen van het CBS, het EIB, de KvK, MKB-Nederland en VNO-NCW in diverse bedrijfstakken op hun exportaandeel heeft gewogen.

Deze neergang in het sentiment van bedrijven over onze exportpositie in de rest van de wereld blijkt in oktober verder te zijn doorgezet. Het pessimisme daarover nam volgens de nieuwste enquête – uitgevoerd in oktober – vooral toe in de vervoers- en opslagsector en in de industrie. Vooral de industrie is zelden zo negatief over de concurrentiepositie in het buitenland geweest. Mogelijk blijven de hogere energiekosten in Europa vergeleken met elders in de wereld van invloed op het sentiment van Nederlandse bedrijven.

Ook binnen Europa achteruitgang

En daar blijft het niet bij. Waar de Nederlandse concurrentiepositie binnen de EU juist aan de beterende hand leek, ging dat beeld in de laatste meting weer flink onderuit. Vooral de landbouw en de industrie werden negatiever. Ook hier is de industrie historisch gezien erg pessimistisch. Dat heeft waarschijnlijk deels te maken met de loon(kosten)stijgingen. In het derde kwartaal van dit jaar piekten de cao-loonstijgingen in ons land gemiddeld op 6,9 procent jaar-op-jaar, terwijl voor de eurozone sprake was van een plus van zo’n 3,5 procent.

Buitenlandse omzet blijft achter

Nederlandse exporteurs verwachtten de afgelopen tijd een historisch gemiddelde exportomzetontwikkeling. Die verwachting bleek te optimistisch. De afgelopen kwartalen zijn de prijzen van de Nederlandse goederenexport meermaals gedaald. Dat leken bedrijven niet te hebben zien aankomen. De algehele verkoopprijsverwachting van het totale Nederlandse bedrijfsleven lag de afgelopen kwartalen namelijk steeds op of boven historische gemiddelden.

Orderpositie ook tegenvallend

Het Nederlandse bedrijfsleven verwachtte de afgelopen drie kwartalen telkens exportorderontvangsten die net iets lager waren dan gemiddeld. Ook die verwachting werd niet waargemaakt: de orderpositie bleek steeds wat negatiever dan gedacht. Zowel de hoeveelheid exporten als ook de prijs die het bedrijfsleven daarvoor kreeg, lijken de afgelopen kwartalen te zijn achtergebleven bij de verwachtingen. Bovendien is ook de buitenlandse orderpositie momenteel niet om over naar huis te schrijven.

Gematigde en onzekere verwachtingen

Terwijl de consument koopkrachtstijging geniet en ook weer meer uitgeeft, zijn Nederlandse exporteurs volgens ING dus niet echt optimistischer geworden over de exportverwachtingen. Dit terwijl ze in het derde kwartaal waarschijnlijk weer krimp in de buitenlandse afzet hebben ervaren. Het exportbeeld is er voor Nederlandse bedrijven met de herverkiezing van Donald Trump als president van de VS ook niet echt beter op geworden. Dit ondanks de mogelijke positieve effecten op kortere termijn van anticipatie op handelsbarrières en een wellicht compenserende impuls van de recent goedkoper geworden euro.

Daarnaast kan een mogelijke uitbreiding van de problemen in de Duitse economie de Nederlandse export nog meer raken en houdt de in transitie zijnde Chinese economie de vraag vanuit Azië op een lager pitje dan we jarenlang gewend waren. Dat leidt al met al tot zeer gematigde en ook onzekere exportverwachtingen. Reden voor ING om in de ramingsronde van november de voorspelling voor de economische groei in Nederland voor 2025 en 2026 naar beneden bij te stellen.