Voedingsbedrijven aan zet bij duurzame en eerlijke productie- en handelsketens
In de landelijke politiek wordt de discussie gevoerd over invoering van de Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen. Het zou niet nodig zijn vanwege de komst van nieuwe EU-regels en tast onnodig onze concurrentiepositie aan, is het veel gehoorde commentaar. Recente voorbeelden over misstanden in de theeketen en uitbuiting van tomatenplukkers in Zuid-Italië bevestigen juíst de noodzaak van deze initiatiefwet.
De kritiek dat ons land weer eens het braafste jongetje van de klas moet zijn, is zeker niet op zijn plaats. Nederland is niet het enige land dat met eigen wetgeving vooruitloopt op de vorig jaar gelanceerde Europese Corporate Sustainability Due Dilligence-richtlijn (CSDD), die misstanden op het gebied van mensenrechten en milieu wil aanpakken. Duitsland heeft al wetgeving ingevoerd. Frankrijk, België en Spanje zijn er ook mee bezig.
Misstanden in de supply chain moeten aangepakt worden. De meeste bedrijven zijn wel gemotiveerd om dergelijk situaties aan te pakken, maar vrijblijvende maatregelen en convenanten werken onvoldoende.
Sectorspecifieke normering
Wachten op Europese richtlijnen betekent dat het nog zeker drie jaar duurt voordat bedrijven verplicht zijn dit soort misstanden in de supply chain aan te pakken. Ondertussen gaan de misstanden gewoon door. Met invoering van het Nederlandse wetsvoorstel gaan meer bedrijven meedoen en dat is belangrijk om van een vrijblijvende zorgplicht te komen tot sectorspecifieke normering.
Het is een belangrijke stap die de vrijblijvendheid eraf haalt. Deze misstanden moeten immers zo snel mogelijk opgelost worden. Soms is wetgeving dan gewoon noodzakelijk om bedrijven te helpen herinneren aan hun verantwoordelijkheid. En ervoor te zorgen dat de hele keten meedoet. Dát is duurzaam ondernemen.
Ceel Elemans, Sector specialist Food, ING Sector Banking