Verdere terugloop van orders voor industrie
De zwakke buitenlandse vraag uit met name Duitsland gijzelt de Nevi Inkoopmanagersindex. De index over september is weliswaar iets verbeterd van 47.7 naar 48.2, maar deze score ligt nog steeds flink onder de ‘neutrale score’ van 50 en wijst daarmee op een afnemende bedrijvigheid in de Nederlandse industrie.
Industriële bedrijven zagen het aantal ontvangen orders verder teruglopen, onder meer door uitstel van nieuwe investeringsprojecten in de halfgeleiderindustrie. Ook de exportverkopen aan Duitsland en België daalden verder door de significante vraaguitval in de auto-industrie, meldt David Kemps, sector banker Industrie bij ABN-Amro.
Winstwaarschuwingen van autofabrikanten
De Duitse autofabrikanten kampen met achterblijvende verkoopcijfers, hevige prijsconcurrentie uit China en hoge kosten voor de transitie naar elektrisch rijden. Na winstwaarschuwingen van Volkswagen (foto) en BMW, verlaagde ook Mercedes-Benz zijn winstprognose voor dit jaar. Het vooruitzicht dat deze producenten mogelijk fabrieken gaan sluiten, zorgt ook bij de vele toeleveranciers voor terughoudendheid bij het plaatsen van nieuwe orders bij Nederlandse bedrijven, aldus Kemps.
Er zijn ook een paar lichtpuntjes. De Nevi PMI Future Output Index bleef in september met een score van 63.5 ruim boven de neutrale drempel van 50. Dat wijst op een algemeen gevoel van vertrouwen bij de inkopers voor de komende twaalf maanden. Dit is in lijn met de positieve groei van het producentenvertrouwen dat maandelijks door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) wordt gemeten.
Laag investeringsniveau wordt gezien als tijdelijk
Kemps: ‘Anders dan bij de auto-industrie, wordt het huidige lage investeringsniveau in de meeste eindmarkten gezien als iets tijdelijks. Door de vele geopolitieke spanningen in de wereld en de wankele eerste stapjes van het nieuwe Nederlandse kabinet, is het nu echter moeilijk om ver vooruit te kijken en grote investeringsbeslissingen te nemen.’
Daarnaast zorgen ook de recente renteverlagingen van respectievelijk 25 en 50 basispunten door de Europese Centrale Bank (ECB) en de Amerikaanse Fed voor een steuntje in de rug van de industrie. Een lagere beleidsrente leidt namelijk vaak tot lagere rentetarieven op de kapitaalmarkt en kan zo de vraag naar industriële goederen stimuleren.