Topsector komt met standaardformulier voor delen CO2-data
De CSRD-wetgeving roept nog altijd veel vragen op. Met name bij kleine en middelgrote bedrijven die opeens de vraag van klanten krijgen om CO2-data aan te leveren. Om hen op weg te helpen, organiseerde Supply Chain Valley een informatiesessie voor logistieke bedrijven uit Limburg. Daar werd een standaardformulier gepresenteerd – ontwikkeld op initiatief van de Topsector Logistiek – dat verladers en vervoerders gratis kunnen gebruiken om CO2-data met elkaar te delen.
Door Marcel te Lindert
Het doel van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is drieledig. Allereerst wil de Europese Unie (EU) met deze wetgeving de duurzame transitie faciliteren. Niet door van bovenaf te bepalen hoeveel CO2 bedrijven maximaal mogen uitstoten, maar wel door hen verplicht te stellen hierover te rapporteren. ‘Daarnaast wil de EU een gelijk speelveld creëren. Als iedereen op dezelfde wijze rapporteert, wordt het mogelijk om bedrijven op het gebied van duurzaamheid te vergelijken’, meldt duurzaamheidsadviseur Emma Kallen van FactorDelta. ‘Tot slot wil de EU dat het vrijblijvende karakter met betrekking tot duurzaamheid verdwijnt. Daarom wordt het CSRD-rapport door een accountant gecontroleerd en geüpload in een online database van de EU.’
De CSRD geldt voor bedrijven die aan twee van de drie voorwaarden voldoen: een omzet van meer dan 50 miljoen euro, een balanstotaal van meer dan 25 miljoen euro óf meer dan 250 medewerkers. Omdat ze behalve over hun eigen uitstoot ook over die van hun ketenpartners (scope 3-emissies) moeten rapporteren, krijgen ook veel andere bedrijven hiermee te maken. Zij kunnen van hun CSRD-plichtige klanten het verzoek om CO2-data verwachten. ‘Deze mkb-bedrijven zijn dus niet verplicht om over duurzaamheid te rapporteren, maar krijgen daar indirect wel mee te maken’, aldus Kallen.
Vrijwillige richtlijn
Voor mkb-bedrijven is een soort CSRD-light ontwikkeld: de Voluntary ESRS for Small and Medium Sized Enterprises (VSME). Deze richtlijn moet hen helpen bij het structureren van hun duurzaamheidsbeleid in lijn met de CSRD. Afhankelijk van hun omvang kunnen bedrijven kiezen voor een verschillende mate van diepgang. ‘In feite levert de VSME een format om data over duurzaamheid op de juiste manier te verzamelen en door te geven aan de CSRD-plichtige klanten’, weet Kallen. ‘De VSME is vrijwillig, maar kan bedrijven wel helpen zich voor te bereiden op de te verwachten vragen.’
Zowel de CSRD als de VSME neemt het Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol) als uitgangspunt. Dit is een internationale standaard voor het berekenen van de uitstoot. ‘In de CSRD staat dat je volgens het GHG Protocol moet rapporteren, maar je mag ook sectorspecifieke richtlijnen zoals ISO 14083 voor transport hanteren’, weet Kallen. ‘Welke rekenregels, bronnen en aannames je ook gebruikt: het allerbelangrijkste is dat je ongelooflijk transparant moet zijn over de gebruikte methode. Je moet niet alleen CO2-data in je rapport opnemen, maar die ook kunnen onderbouwen.’
Toewijzen aan klanten
Dat het berekenen en toewijzen van CO2-data complex kan zijn, laat Guy Somers zien. Hij is verbonden aan Fontys Hogeschool in Venlo en nauw betrokken bij CARBON-les, een regionaal project waarin bedrijven en kennisinstellingen in Noord-Limburg samenwerken aan CO2-reductie. ‘Het berekenen van de totale uitstoot van een rit is niet voldoende. Je moet die uitstoot vervolgens kunnen toewijzen aan zendingen en klanten. Dat kun je doen op jaar-, maand- of weekniveau. Als het gaat om een rondrit, kan dat behoorlijk complex worden.’
Somers toont op het scherm een rit van een distributeur die drie zendingen op drie afleveradressen moet afleveren. Bepalend voor het toewijzen van de totale uitstoot aan de drie zendingen zijn twee factoren: de omvang van elke zending en de hemelsbrede afstand van elk afleveradres tot het begin- en eindpunt. ‘Al deze rekenmethoden kun je terugvinden in de verschillende richtlijnen. En zoals al eerder aangegeven is het cruciaal om vast te leggen welke richtlijnen je hebt gebruikt.’
Stoeien met definities
Dat die richtlijnen niet voor elk vraagstuk afdoende antwoord geven, blijkt uit het verhaal van Vissers Energy Group. Het familiebedrijf beschikt over vier tankauto’s, die brandstof ophalen bij negen verschillende brandstofdepots en afleveren bij 63 eigen en circa 100 externe tankstations. ‘Een probleem is dat onze tankauto’s lang niet elke dag met een lege tank beginnen. Dan hebben we de brandstof de voorgaande dag alvast opgehaald, met als gevolg dat die kilometers worden toegewezen aan de klanten van de voorgaande dag. Wij zijn flink aan het stoeien geweest met de definities’, vertelt projectmedewerker Stan Breukers van Vissers.
Naast het berekenen en toewijzen van CO2-data kampen bedrijven met nog een andere grote uitdaging: een beheersbaar proces voor het verzamelen van die data. ‘Stel dat een CSRD-plichtig bedrijf met tien verschillende vervoerders werkt. Dan moet het voor al die vervoerders een mail opstellen om data op te vragen. Die vervoerders rijden voor meerdere bedrijven en krijgen dus meerdere mailtjes’, zegt Kallen. ‘Met als gevolg dat die vervoerders enorm veel tijd kwijt zijn met het beantwoorden van die mailtjes. En dat die bedrijven een enorme klus hebben om de informatie uit die tien verschillende antwoorden samen te voegen in één CSRD-rapport.’
Gratis formulier
Om de sector vooruit te helpen, is op verzoek van de Topsector Logistiek een standaardformulier ontwikkeld. Daaraan hebben verschillende deskundigen van onder meer Factor Delta en de CSRD Academy gewerkt, samen met afgevaardigden van logistieke bedrijven uit Limburg. Dit formulier is gratis beschikbaar via de website van de Topsector Logistiek en van Midden Limburg Bereikbaar. ‘Dit is dus geen formulier waarin je je volledige CO2-berekeningen kunt uitvoeren. Het formulier is alleen bedoeld om op gestandaardiseerde wijze het resultaat van die berekeningen te delen met je klanten’, licht Kallen toe.
Het formulier werkt twee kanten op. CSRD-plichtige bedrijven kunnen het gebruiken om data op te vragen bij hun logistiek dienstverleners, terwijl logistiek dienstverleners het formulier kunnen gebruiken voor het verstrekken van data aan hun opdrachtgevers. Zij hoeven alleen de totale uitstoot voor die opdrachtgevers in te vullen. Daarnaast dienen zij nog een paar velden over de kwaliteit van de onderliggende dataset in te vullen. Denk aan de vraag of de uitstoot is gebaseerd op primaire of secundaire data of de vraag over welke periode de uitstoot is berekend. In het eerste kwartaal van 2025 wordt het formulier onder begeleiding van experts in de praktijk getest.