PMI: Nederlandse industrie groeit ondanks tweede coronagolf
De Nederlandse industrie lijkt vooralsnog weinig last te hebben van het opnieuw oplopende aantal besmettingen met het coronavirus. De Nevi Purchasing Managers Index (PMI) steeg van 52.3 in augustus naar 52.5 in september; de grootste verbetering van de industriële bedrijfsomstandigheden sinds februari.
Volgens Albert Jan Swart, sectoreconoom industrie bij ABN-Amro, is de stijging vooral het resultaat van een verdere opleving van de productie. Ook stegen de inkoop- en afzetprijzen. Nederlandse ondernemers profiteren daarnaast van de verdere toename van nieuwe exportorders, die te danken is aan het geleidelijke herstel van de industriële activiteit in de meeste landen.
In de rest van de eurozone is het beeld vergelijkbaar. Het herstel van de dienstensector wordt weliswaar afgeremd door de opnieuw oplopende aantallen besmettingen in de meeste Europese landen en een oplopende werkloosheid, maar in de industrie zet het voorzichtige herstel door dankzij de geleidelijk aantrekkende wereldhandel.
Herstel China heeft gunstige invloed op exportorders eurozone
Het herstel in de Chinese industrie vlakte in september wat af, maar de Caixin Inkoopmanagersindex wijst nog steeds duidelijk op groei. Vermoedelijk heeft het Chinese herstel een gunstige invloed op nieuwe exportorders in de eurozone, met name bij onze belangrijkste handelspartner Duitsland.
Bij onze oosterburen verbeterde de voorlopige inkoopmanagersindex voor de industrie van 57,7 in augustus naar 62,2 in september, de hoogste score in ruim tweeënhalf jaar tijd. Het aantrekken van de Duitse industrie kan de komende maanden ook zorgen voor een verdere verbetering van nieuwe exportorders voor Nederlandse ondernemers.
Toch blijft de coronacrisis de industrie achtervolgen. Hoewel de nieuwe orders na de rampzalige terugval in april momenteel verder aantrekken, blijven de orderportefeuilles in hoog tempo slinken. Dit betekent dat meer uitstaande orders worden afgewerkt of mogelijk zelfs worden teruggetrokken dan er aan nieuwe orders binnenkomt. Veel bedrijven schrappen daarom nog steeds banen om kosten te besparen.
Gevolgen tweede coronagolf relatief beperkt
Volgens Swart verwacht ABN-Amro dat de gevolgen van de tweede coronagolf voor de Nederlandse industrie deze keer relatief beperkt zijn. Tijdens de eerste golf sloten veel autofabrieken in Duitsland en andere Europese landen de deuren vanwege een gebrek aan onderdelen uit China. Dat resulteerde in april in een historische terugval van het aantal nieuwe exportorders.
‘Deze keer lijkt China de situatie onder controle te hebben en ontstaat er dus geen tekort aan Chinese onderdelen. Daarnaast hebben Europese fabrieken maatregelen getroffen om besmetting op de werkvloer te voorkomen. ABN-Amro verwacht daarom dat de industriële productie tijdens deze tweede coronagolf betrekkelijk ongehinderd kan doorgaan, al blijven ziekteverzuim en verdere vraaguitval wel belangrijke risico’s’, aldus Swart.