Pieter Cobelens: Digitale dreiging in de keten gaat nooit meer weg
Terwijl Defensie investeert in vernieuwing van de logistieke infrastructuur, adviseert Pieter Cobelens om ook te investeren in de digitale infrastructuur. En dan met name in de beveiliging ervan. ‘De chief security officer wordt de komende jaren een van de belangrijkste personen binnen je bedrijf’, vertelt de oud-directeur van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) tijdens het congres van adviesbureau Districon, onderdeel van Royal HaskoningDHV. Cobelens benadrukt dat ook bedrijven verwikkeld zijn in een digitale wapenwedloop. ‘En die gaat nooit meer over.’
Door Marcel te Lindert
Als alles volgens plan verloopt, start begin volgend jaar de bouw van een nieuw warehouse voor de Nederlandse Defensie. Anders dan in veel andere nieuwe warehouses zal de operatie grotendeels handmatig worden ingericht. De mechanisering bestaat uit een Autostore-opslagsysteem en verticale liftsystemen. ‘Daar laten we het voor nu bewust bij’, stelt Markus Simons van Rhenus, de logistiek dienstverlener die de operatie gaat draaien en Districon heeft ingeschakeld voor logistiek advies.
Flexibiliteit is cruciaal
Simons vertelt tijdens het congres van Districon zijn verhaal over de snel veranderende wereld en de impact daarvan op de supply chain. Naast duurzaamheid is de toegenomen dreiging in de wereld het gespreksthema. Die dwingt Defensie om flexibel te zijn en de automatiseringsgraad in het warehouse beperkt te houden. ‘De behoefte om snel op te schalen in combinatie met een breed en steeds veranderend assortiment is strijdig met een verregaande mate van mechanisering. Op het moment dat we operationeel zijn en alle logistieke stromen beter in beeld hebben, kan het zijn dat we alsnog andere innovaties zoals autonome mobiele robots (AMR’s) inzetten.’
Dat flexibiliteit cruciaal is, beaamt Dirk Jan Blaas. Hij is als senior projectleider bij Defensie verantwoordelijk voor de realisatie van het nieuwe logistiek centrum. ‘Het doel is een tijdige en gegarandeerde beschikbaarheid van de goederen. In vredestijd, maar vooral ook tijdens inzet van het leger. Juist als het erom spant en spullen kapotgaan, moeten we die snel kunnen repareren. Dan moeten reserveonderdelen vlug beschikbaar zijn. Op zo’n moment doen we wel eens iets wat helemaal niet efficiënt is en laten we een DC10 vliegen voor één reserveonderdeel. Het draait in eerste instantie om effectiviteit, pas daarna om efficiëntie.’
Geen investeringskapitaal
Het nieuwe warehouse is dringend nodig gezien de zwaar verouderde logistieke infrastructuur waarover Defensie nu nog beschikt. Al in 2011 had het Ministerie van Defensie het plan om vijf logistieke operaties onder te brengen in één modern logistiek centrum. Het doel was kostenbesparing, maar door aanhoudende bezuinigingen ontbrak echter lange tijd het benodigde investeringskapitaal. ‘Pas in 2017 kreeg Defensie voor het eerst weer een beetje meer budget. Daarvan is direct een deel gereserveerd voor de bouw van het nieuwe logistiek centrum’, legt Blaas uit.
Na de start van het projectteam in 2018 duurde het nog eens vier jaar voordat daadwerkelijk met de voorbereidingen kon worden gestart. De reden was de nieuwe aanpak waarvoor Defensie koos. ‘De klassieke aanpak is dat we het Rijksvastgoedbedrijf een nieuw pand laten bouwen om vervolgens te ontdekken dat het niet geschikt is. Nu hebben we de logistieke functie vooropgesteld en pas daarna het gebouw ontworpen. We zijn op zoek gegaan naar een private partner die dit gebouw samen met ons wilde bouwen en de operatie wilde runnen’, vertelt Blaas, die spreekt over een aanbestedingstraject van maar liefst tweeënhalf jaar. ‘In oktober 2022 hebben we het contract met Rhenus ondertekend en kon het bouwteam daadwerkelijk van start gaan.’
Afschrikking
Dat Nederland nu weer investeert in zijn defensie, heeft volgens Pieter Cobelens alles te maken met de sterk toegenomen dreiging in Europa. ‘Wij zijn een verwend volk’, zegt de oud-directeur van de MIVD en veel geziene talkshow-gast. ‘We dachten dat wat in de Tweede Wereldoorlog heeft plaatsgevonden, niet meer herhaald zou worden. Maar ik heb verschillende militaire missies meegemaakt en het slechtste in de mensen gezien. Nu hebben we gemerkt dat een oorlog in Europa wel degelijk kan gebeuren.’
Het enige wat helpt tegen dreiging, is afschrikking. ‘Iedereen loopt om de grote sterke jongen op het schoolplein heen, maar het kleine jongetje met bril en piepstemmetje wordt platgelopen’, zegt Cobelens. ‘Je moet als Defensie dus zorgen dat je er goed uitziet. Je moet laten zien dat er niet met je valt te sollen. Dat zijn we na de val van de muur een aantal jaren vergeten. Gelukkig worden nu maatregelen genomen. Uit de Defensienota blijkt dat we gaan voor meer tanden. Dat betekent raketten kopen die Moskou kunnen bereiken. Wie geen tanden heeft, telt niet mee.’
Digitale dreiging
De dreiging komt niet alleen uit Rusland. China bekijkt nauwlettend hoe we hier in het westen reageren op de situatie in Oekraïne. Daar probeert het van te leren, mocht het ooit tot een inval in Taiwan komen. ‘Persoonlijk denk ik niet dat de soep zo heet gegeten wordt, want Taiwan is een van de belangrijkste handelspartners van China. Alleen wordt daar nooit zoveel over gesproken’, weet Cobelens. ‘En vergeet niet de digitale dreiging. Noord-Korea verdient veel geld met het online stelen van geld in Nederland. Het afgelopen jaar is hierdoor alleen al in het betalingsverkeer 60 miljoen euro verdampt.’
Cobelens is ervan overtuigd dat de volgende oorlog hoofdzakelijk een digitale oorlog is. ‘De MIVD heeft voorspeld dat de Chinezen over vijftien jaar hun oorlogen helemaal door artificiële intelligentie willen laten voeren. Hoe griezelig is dat? Wij moeten agressiever worden in het ontwikkelen van digitale wapens waarmee we eventuele belagers pijn kunnen doen. Nederland is een van de slimste landen op het gebied van IT. Wij kunnen een digitale supermacht worden.’
Fact-checking in het bedrijf
Pieter Cobelens doet een dringende oproep aan bedrijven om eveneens te investeren in cyberveiligheid. Hij ziet nog steeds bedrijven die IT in eerste instantie zien als een ondersteunend systeem in plaats van infrastructuur die cruciaal is voor de bedrijfsvoering. ‘Wie kent NIS2, de nieuwe regelgeving van de EU over cyberveiligheid? Wie dat over een jaar niet geregeld heeft in zijn bedrijf, gaat boetes betalen. De chief information of chief security officer wordt een van de belangrijkste mensen binnen je bedrijf. Hij is degene die de digitale wapenwedloop aangaat met boeven en landen die je zaken proberen te ontfutselen. Die digitale wapenwedloop gaat nooit meer over.’
Wie praat over cyberveiligheid, praat ook over nepnieuws. Wie zich toegang verschaft tot bedrijfssystemen, kan de data daarin manipuleren. Dat verdient meer aandacht binnen het bedrijfsleven, dat steeds meer data gebruikt om belangrijke beslissingen te onderbouwen. Cobelens pleit voor het creëren van fact-checking-capaciteit in het bedrijf om echt nieuws van nepnieuws te kunnen onderscheiden. ‘Maar wees niet bang om je data ter beschikking te stellen aan een bedrijf dat gespecialiseerd is in data-analyse. Je hebt geen idee wat die daaruit kunnen halen. Je moet alleen zorgen dat je daarvoor een veilige omgeving creëert.’