Picnic en Tony’s: commercieel succes met innovatieve supply chain
Picnic en Tony’s Chocolonely hebben één grote gemene deler: beide bedrijven boeken succes met een radicaal andere inrichting van de supply chain dan gebruikelijk is in hun sector. Wat is hun geheim? Supply chain-directeuren Frans Pannekoek van Tony’s Chocolonely en Wybe Jan Bleeker van Picnic delen hun visie tijdens de allereerste SCM Talkshow, gehouden op 31 maart. ‘Omdat we beloven vijf jaar lang zaken met hen te doen, kunnen cacaoboeren nu opeens wel investeren.’
Door Marcel te Lindert
Tientallen jaren geleden reisden de cacaoboeren uit West-Afrika – de eigenaren van plantages – elk jaar per boot naar Londen. Daar zat het merendeel van de cacao-inkopers met wie zij afspraken maakten over de prijs, de hoeveelheid en de kwaliteit. ‘Samen bouwden ze aan een goede relatie, gebaseerd op transparantie. Maar door de jaren heen zijn die partijen van elkaar vervreemd geraakt. De hele keten is nu opgeknipt in steeds kleinere stukjes. Dat biedt de mogelijkheid om die stukjes te optimaliseren, maar levert ook nadelen op. Denk aan een ongelooflijk lange, complexe keten met heel veel actoren die allemaal zoveel mogelijk geld proberen te verdienen. Er is één partij die daarvan de dupe wordt: de cacaoboeren’, vertelt Frans Pannekoek (foto), head of operations bij Tony’s Chocolonely.
Pannekoek heeft met eigen ogen gezien hoe cacaoboeren in West-Afrika onder de armoedegrens leven. Met als gevolg dat hun kinderen niet naar school gaan, maar aan het werk moeten. Dat leidt tot een moderne vorm van slavernij. ‘Wij willen die keten weer aan elkaar lijmen, zodat alle schakels zich weer verantwoordelijk voelen voor de cacaoboeren aan het begin van de keten’, stelt Pannekoek. ‘Neem bijvoorbeeld de prijs die een boer voor zijn cacaobonen ontvangt. Die heeft door de termijnmarkt niets te maken met de prijs die een chocoladefabrikant betaalt voor de cacaobonen. Wij pakken het anders aan en doen rechtstreeks zaken met de coöperaties van cacaoboeren. Die betalen we een extra premie en doen we de belofte dat we vijf jaar lang bij hen inkopen. Zodat ze opeens wel kunnen investeren.’
Terug naar de service van de melkboer
Net zoals Tony’s Chocolonely de status quo in de traditionele supply chain van chocoladeproducenten doorbreekt, doet Picnic dat met de supply chain van foodretailers. ‘Die zijn er op een fantastische manier in geslaagd om consumenten naar hun mini-warehousejes te lokken en hen als orderpickers te laten optreden. Wij halen die schakel eruit en willen de geweldige service van de aloude melkboer weer terughalen, maar dan met een breder assortiment. Consumenten kunnen tot tien uur ’s avonds hun boodschappen bestellen, waarna we die de volgende dag uitleveren binnen een tijdvenster van 20 minuten. Die voorspelbaarheid en betrouwbaarheid is het belangrijkste. Niemand wil wachten op zijn verse, gekoelde boodschappen’, verklaart Wybe Jan Bleeker, chief operatons officer bij Picnic.
Ook wat de operationele uitvoering betreft, doet Picnic vrijwel alles anders dan traditionele foodretailers. Circa tweeduizend kleine elektrische autootjes bezorgen de boodschappen aan huis. Die boodschappen worden verzameld in veertien fulfilmentcenters: acht in Nederland, vier in Duitsland en twee in Frankrijk. Voor het nieuwste gerobotiseerde fulfilmentcenter in Utrecht – door koning Willem-Alexander op 1 april geopend – heeft Picnic zelf de software geschreven. Dat geldt ook voor de aansturing van de bezorgers, waarvan de handelingen tot op de seconde worden gepland. ‘We ontwikkelen die software in heel korte iteraties. Dus zo klein mogelijke innovaties, zodat we die snel kunnen implementeren en snel daarvan kunnen leren. Belangrijk is dat we zijn gestart met een handmatige operatie. Daardoor weten we precies wat we moeten doen, wat de basis is voor succesvolle automatisering.’
Gesloten keten voor plastic tasjes
In de supply chain van Picnic draait het niet alleen om betrouwbaarheid en voorspelbaarheid, maar ook om duurzaamheid. Zo ontvangen klanten hun boodschappen in plastic tasjes. ‘We hebben het nagerekend: verpakkingen van papier of karton zijn vier tot zeven keer zo vervuilend. Bovendien gaat de kwaliteit van die verpakkingen snel omlaag na herhaald gebruik. Daarom hebben we een gesloten keten voor plastic tasjes opgezet. Klanten betalen 35 cent per tasje, dat ze weer terugkrijgen bij teruggave’, legt Bleeker uit. De volgende stap is reductie van de consumentenverpakkingen. Picnic probeert zoveel mogelijk producten te verpakken in het standaard kratje van 60x40x30 centimeter. ‘We kennen allemaal de doos met cornflakes die voor de helft is gevuld met lucht. Dat heeft alles te maken met de presentatie in het schap van de supermarkt. Maar voor ons doet die schappresentatie er niet toe. Het liefst vervoeren we alleen het volume dat echt noodzakelijk is. Met onze huismerkproducten werken we daaraan.’
Ook voedselverspilling probeert Picnic zoveel mogelijk tegen te gaan. Het bedrijf heeft allerlei algoritmes ontwikkeld om gedurende de dag op basis van de ontvangen orders te voorspellen hoeveel brood de volgende dag nodig is. ‘Als we ’s avonds om tien uur onze winkel sluiten, tellen we het totaal aantal broden bij elkaar op. Onze bakker levert exact het aantal broden dat we nodig hebben’, zegt Bleeker, die ook gebruik maakt van vertical farming. ‘PlantLab beschikt in Amsterdam over een warehouse met meerdere verdiepingen voor onder meer basilicum en tijm. Op basis van onze forecast kweekt PlantLab het juiste aantal plantjes, die vervolgens worden geleverd aan onze fulfilmentcenters. Onze basilicum en tijm komen dus niet uit Afrika, maar uit Amsterdam.’
Lokaal cacaoboter produceren
Wat cacao betreft, is lokale productie onmogelijk. Cacaobomen groeien alleen rond de evenaar. Toch ziet ook Tony’s Chocolonely mogelijkheden om de keten te verduurzamen. ‘Chocola maken in Ghana of Ivoorkost is erg lastig, omdat we dan alle producten vanwege de hoge temperaturen moeten koelen. Dat is niet duurzaam. Maar idealiter laten we daar wel alle cacaoboter produceren’, meldt Pannekoek. ‘We hebben daarvoor een traceerbare keten opgezet, waardoor we zeker weten dat we alleen cacaoboter maken van de bonen die we zelf hebben ingekocht. Simpelweg door bijvoorbeeld op maandagochtend om negen uur met de productie van alle andere cacaoboter te stoppen en alleen onze cacaoboter te verwerken. Als we daarmee klaar zijn, wordt de verwerking van andere cacaobonen weer opgestart. Zo simpel kan het zijn.’
Lokaal cacaoboter produceren, biedt alleen maar voordelen. ‘Het levert economische activiteit in Ivoorkust op. Het maakt onze keten flexibeler en goedkoper, want productie in Afrika is goedkoper dan in Europa. En we besparen op CO2-uitstoot, want we transporteren geen cacaobonen meer maar cacaoboter. De businesscase klopt van alle kanten’, verklaart Pannekoek, die eraan toevoegt dat duurzaamheid soms alleen maar een kwestie is van commitment tonen. ‘Wat ik schokkend vind, is dat andere inkopers vooraf niet vertellen hoeveel ze willen inkopen. De coöperaties gaan er daarom vanuit dat die inkopers evenveel cacaobonen kopen als het jaar ervoor, maar dat is natuurlijk lang niet altijd het geval. Omdat wij aangeven dat we vijf jaar blijven kopen en elk jaar een jaarplan maken, ontstaat een langdurige samenwerking. Dat genereert op lange termijn meer waarde.’
De presentatie van Frans Pannekoek (Tony’s Chocolonely) is te zien op YouTube: https://youtu.be/OCco0QCNPQo , net als de presentatie van Wybe Jan Bleeker (Picnic): https://youtu.be/5yqUpuR5iqw. En bekijk ook het rondetafelgesprek van Pannekoek en Bleeker: https://youtu.be/ITW9pvF_OGo.