Meer banen op de tocht bij grote bedrijven

Meer banen op de tocht bij grote bedrijven

Door het toegenomen aantal aangekondigde baanbeëindigingen van grotere bedrijven in 2023 lijken er dit jaar weer wat meer banen op de tocht te staan. Vorig jaar was het aantal aangekondigde beëindigingen van banen door faillissementen hoger dan gebruikelijk, voornamelijk door bedrijven in de industrie en detailhandel, aldus ING Research. De ontwikkeling van de werkgelegenheid wordt dit jaar vermoedelijk vooral gedrukt door reorganisaties aangekondigd door de industrie. Die zijn met ruim 6500 banen historisch groot voor deze sector.

Begin dit jaar verschenen diverse krantenberichten over (middel)grote bedrijven die het verlies aan banen in ons land aankondigden. Voorbeelden zijn lampenfabrikant Signify (-500 banen), ijzergieterij VDL Castings (-140 banen) en fietsfabrikant Accell (-150 banen). Hoewel dit niet betekent dat iedereen voor zijn baan moet vrezen, is het wel de vraag of dit een indicatie is dat de arbeidsmarkt iets minder krap wordt. Om te zien wat er verwacht kan worden, baseerde ING zich op een database van Eurofound.

Terwijl in 2023 het daadwerkelijke aantal werknemersbanen nog groeide met 116.000, liep het aangekondigde baanverlies op van per saldo een kleine 3000 banen in 2022 naar ongeveer 13.500 banen in 2023, het hoogste aantal sinds 2011. Deze aankondigingen van herstructureringen uit 2023 zijn relevant voor de verwachting over de ontwikkelingen in 2024, omdat het vaak (en voornamelijk bij reorganisaties) even duurt totdat aankondigingen zich in daadwerkelijke verliezen aan arbeidsplekken vertalen. De verslechtering hiervan suggereert dus neerwaartse druk op de werkgelegenheidsontwikkeling voor dit jaar.

Reorganisaties belangrijkste oorzaak van baanverlies

Structureel zijn reorganisaties veruit de belangrijkste oorzaak waarom bedrijven baanverliezen aankondigen. Reorganisaties verklaren in 2022-2023 bijna driekwart van de te schrappen banen. Faillissementen (9%) of locatiesluitingen (8%) volgen als andere belangrijke oorzaken. Fusies en overnames (5%), offshoren in/uitbesteden naar het buitenland (4%) en uitbesteden in eigen land (1%) zijn minder vaak de aanleiding.

Ook in 2023 blijkt dat reorganisaties (met ruim de helft) de belangrijkste oorzaak van het aangekondigde verlies aan banen zijn. Wat volgens ING echter vooral opvalt, is dat vorig jaar het aandeel (en aantal) aangekondigde baanbeëindigingen als gevolg van bedrijfs- of locatiesluitingen (46%) een stuk hoger was dan gebruikelijk (17%): het ging hierbij om bijna 6200 banen.

Langjarig lijkt er volgens ING samenhang te zijn tussen het aantal bedrijven met 50 of meer werknemers dat wordt beëindigd en het aantal aangekondigde geschrapte banen. Beide zijn in 2023 een stuk negatiever dan in 2022. Zo lijkt ook het verdwijnen van een aantal (middel)grote bedrijven (of hun locaties) nu dus wat meer banen te gaan kosten.

Vooral in industrie en detailhandel baanverliezen aangekondigd

In 2023 zijn vooral baanverliezen aangekondigd in de verwerkende industrie (58% van het totaal van dat jaar) en in de detailhandel (33%). Sinds het begin van de tijdreeks (in 2002) is de omvang van het aangekondigde baanverlies door de industrie in geen enkel jaar zo groot geweest als in 2023: ruim 7500, ongeveer 1 procent van het aantal werknemersbanen in de sector. Dit komt waarschijnlijk door een combinatie van hoge energiekosten, overcapaciteit na de goederenhausse tijdens corona en algehele verslechtering van de wereldhandel in 2023.

Binnen de industrie was vooral sprake van aangekondigde baanverliezen als gevolg van met name faillissementen (1120 banen) en reorganisaties (6550 banen), terwijl de aangekondigde verliezen in de detailhandel louter door faillissementen (4360 banen) kwamen. In 2023 kwamen er in de industrie per saldo nog 14.000 werknemersbanen bij, maar gezien de aankondigingen lijkt er voor 2024 nu dus meer kans op een daling. Bovendien kwamen de eerste aankondigingen van baanverliezen uit 2024 ook vooral van de verwerkende industrie, waardoor er volgens ING voorlopig sprake lijkt van een voortzetting van de ontwikkeling van 2023.

Grootbedrijf meest pessimistisch

Gekeken naar de omvang van bedrijven, blijkt het pessimisme over de ontwikkeling van het personeelsbestand vooral bij bedrijven met 250 of meer personeelsleden (het ‘grootbedrijf’) te zitten. Dit signaal van het grootbedrijf betekent niet dat iedereen voor zijn baan moet vrezen, maar het kan wel een indicatie zijn dat de arbeidsmarkt gedurende 2024 iets minder krap wordt. Van ‘erg krap’ naar ‘krap’, is de verwachting van ING dan ook.