ING: nog geen uitbundige economische groei in 2024
2024 zal nog geen jaar worden van uitbundige economische groei. In het vierde kwartaal van 2023 liet de Nederlandse economie een lichte recessie achter zich en groeide weer. Vooral een omslag onder consumenten zorgde voor een plus van 0,3 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Toch zijn niet alle ontwikkelingen ten positieve gedraaid. Vooral de investeringsontwikkeling onderstreept dat nog niet alle seinen op groen staan, meldt ING Research.
De consumptie van huishoudens groeide in het vierde kwartaal van 2023 fors, met 1,8 procent kwartaal-op-kwartaal. Deze groei volgde op drie kwartalen van krimp en maakte al een groot deel van het eerder opgelopen consumptieverlies goed.
De sprong in consumptie werd volgens ING mede mogelijk gemaakt door de sterke inkomensgroei: zo stegen de cao-lonen 6,9 procent ten opzichte van een jaar eerder. Daarmee namen inkomens van veel huishoudens sterker toe dan de prijzen van hun consumptie, die met ‘slechts’ 3,9 procent stegen ten opzichte van het vierde kwartaal van 2022.
Hierbij hielp dat ook het consumentenvertrouwen de laatste tijd in de lift zit. ‘Kijkend naar 2024 voorzien we wat lagere, maar nog steeds sterke inkomensgroei. De arbeidsmarkt is immers nog steeds krap. Daarmee blijft de consumptie de komende tijd één van de belangrijkste motoren achter de aangetrokken economische groei’, aldus Marcel Klok, Macro-econoom Nederland bij ING.
Ook positieve omslag in de export
Ook in de internationale handel was een positief omslagpunt te zien in het laatste kwartaal van 2023, eveneens na drie kwartalen van krimp. Deze omslag was alleen veel bescheidener dan die onder consumenten. De goederenuitvoer liet weer een zeer geringe groei zien, terwijl de dienstenuitvoer juist wat terugviel.
Ook voor 2024 voorziet ING een groei van de vraag uit het buitenland, maar van een bescheiden tempo. Voor handelspartner Duitsland wordt uitgegaan van een kleine krimp (-0,2% in 2024), mede omdat de Duitse overheid noodgedwongen bezuinigt. Over de VS (1,9%) is het sentiment juist wat positiever, nu daar niet langer een recessie wordt voorzien.
Investeringen lopen flink terug
De investeringen zien er heel anders uit. Daar was in het derde kwartaal juist al sprake van een omslagpunt de andere kant op. De investeringen daalden in het laatste kwartaal van 2023 voor het tweede kwartaal op rij.
Volgens ING hebben bedrijven bij hogere financieringskosten en bescheiden wereldwijde groeiverwachtingen minder behoefte aan uitbreidingen van de productie- en leveringscapaciteit. Dat is nu met enige vertraging terug te zien in de investeringen.
Die voorzichtige houding mogen we ook in 2024 verwachten, meent ING, daarbij afgaand op de meest recente jaarenquête van de Europese Commissie onder Nederlandse industriebedrijven met personeel.
Rem op de groei
De dalingen van de investeringen in het vierde kwartaal waren zichtbaar in veel (fysieke) investeringscategorieën, in het bijzonder in transportmiddelen en bedrijfsgebouwen. Voor de komende tijd verwacht ING een verdere daling, omdat het effect van de hogere rente en bescheidenheid van afzetverwachtingen nog niet volledig zijn uitgewerkt.
‘Zo wijst het lage aantal verstrekte bouwvergunningen in ons land bijvoorbeeld op zwakte in bouwactiviteit. Daarmee bewegen de investeringen dus voorlopig in een andere richting dan de consumptie en export. Zodoende staat er een rem op de groei, die mede daarom naar onze verwachting in 2024 niet uitbundig zal zijn’, aldus Klok.
De overheidsconsumptie groeide juist wel weer voor het zevende kwartaal op rij, met 0,4 procent. De (versnelde) afbouw van voorraden zette volgens ING juist een rem (van -0,3%-punt bbp) op de economische groei in het vierde kwartaal.
Nog geen uitbundig 2024
De economie heeft inmiddels dus de weg omhoog weer gevonden. Maar met name de investeringsontwikkeling onderstreept dat toch nog niet alle seinen op groen staan. Deze ontwikkeling zet dit jaar waarschijnlijk verder door, waardoor de groei voorlopig nog onder het langjarige potentiële groeitempo zal liggen.
‘Een groot contrast met 2023 en reden voor optimisme, maar geen verwachting van een uitbundig 2024. Daarvoor is het wachten op een positieve draai van de investeringen’, aldus Klok.