Economie krimpt, maar werkgelegenheid blijft toenemen
De Nederlandse industrie kampt momenteel met toenemende werkgelegenheid die zich manifesteert in een krimpende economie. Dat blijkt uit de nieuwe Inkoopmanagersindex van de Nevi. De index is verder gedaald, van 47.9 in oktober naar 46.0 in november, het laagste niveau sinds juni 2020. De werkgelegenheid steeg voor de vijfentwintigste achtereenvolgende maand.
Volgens David Kemps, Sector Banker Industrie bij ABN-Amro, veroorzaken de hoge energieprijzen een tweedeling in de industrie. ‘Vooral de energie-intensieve industrie die zich richt op de productie van basismetalen, chemie, papier en karton kampt met hoge energieprijzen die moeilijk kunnen worden doorberekend aan afnemers. Het aantal nieuwe orders daalt sterk en de productie wordt daarom afgeschaald of verplaatst naar het buitenland.’
Machinebouwers en toeleveranciers in de hightech hebben hier volgens Kemps weinig last van. De kostprijs van hun producten bestaat maar voor een relatief laag percentage uit energiekosten. Hun orderboeken zijn goed gevuld en zij profiteren van de terugkeer naar een meer stabiele supply chain. ‘Door de verbeterde aanvoer, goedkoper transport en lagere prijs van grondstoffen, elektronische componenten en chips kan de hightechindustrie weer voluit produceren tegen een goede winstmarge’, aldus Kemps.
60.000 vacatures eind 2030
Wel worden machinebouwers en toeleveranciers volgens hem sterk in hun productiegroei beperkt door de krapte aan personeel. ‘Dat het menens is, blijkt uit het op 4 november aan de politiek gepresenteerde Aanvalsplan Techniek van de industriële sector, de bouw, VNO-NCW en MKB-Nederland. Een investering van 1 miljard euro in tien jaar in modern werkgeverschap, opleiding, talent van buiten en productiviteitsgroei door digitalisering, moet leiden tot de broodnodige invulling van 60.000 vacatures eind 2030.’
Fors minder nieuwe orders
De Nevi Inkoopmanagersindex is opgebouwd uit vijf subindices waarbij de ontwikkeling van nieuwe orders en het productievolume met respectievelijk 30 en 25 procent de zwaarste weging hebben. Juist de subindex van nieuwe orders verslechtert volgens Kemps in een rap tempo naar een score van 39.1 in november 2022 tegenover 39.7 in oktober. Het is daarmee volgens Kemps een van de sterkste dalingen in de bijna 23-jarige geschiedenis van de Inkoopmanagersindex.
Vooral de orders voor halffabricaten en consumentenproducten namen snel af. Dit ligt deels aan de snelle voorraadafbouw en verwachte vraagdaling door het lage consumentenvertrouwen. ‘Na acht maanden van voorraadopbouw vanwege de slecht functionerende supply chain, neemt sinds oktober 2022 de voorraad gereed product snel af. Er wordt minder geproduceerd, de aanvoer is gestabiliseerd en het aanhouden van voorraad is snel duurder geworden door de gestegen rente’, aldus Kemps.
Consument houdt hand op de knip
Het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft weliswaar aan dat de consumenten in november iets minder pessimistisch waren dan in oktober toen hun vertrouwen een absoluut dieptepunt bereikte, maar het consumentenvertrouwen ligt nog steeds ver onder het gemiddelde. Kemps: ‘De kleine verbetering kan komen omdat in november duidelijk werd dat de overheid een plafond instelt voor de energiekosten en dat in diverse cao’s de hoge inflatie gedeeltelijk gecorrigeerd zal worden door hogere lonen. Het lichte herstel kan alleen niet voorkomen dat de consument momenteel de hand op de knip houdt, zoals blijkt uit recent onderzoek van ABN-Amro. Uit voorzorg plaatsten de inkopers daarom minder bestellingen.’
Lichtpuntje
Kemps besluit met een algeheel lichtpuntje: de afname van de Inkoopmanagersindex is aan het vertragen. Dat duidt erop dat de bodem misschien spoedig bereikt wordt. ‘De subindex voor toekomstige productie kleurt lichtgroen met een score van 60.1. Weliswaar staat deze daarmee nog onder het langjarige gemiddelde, maar de stand zelf is een duidelijk teken van vertrouwen dat wordt gebaseerd op stijgende investeringen in nieuwe productiecapaciteit en productontwikkelingen en de vele vacatures in de industrie’, aldus Kemps.