‘Coronacrisis werkt moderne slavernij in de hand’
Het risico op moderne slavernij is door de coronacrisis in bepaalde sectoren toegenomen. Die waarschuwing doet analist Catherine McCabe van BMO Global Asset Management (BMO GAM) in het FD. Zij pleit ervoor dat bedrijven actief hun supply chain onderzoeken op slavernij om zo financiële en reputatieschade te voorkomen.
McCabe onderzoekt voor de Canadese vermogensbeheerder BMO GAM hoe verantwoord bepaalde beleggingen zijn. Als voorbeeld haalt zij in het FD het Maleisische bedrijf Top Glove aan. Deze marktleider in de productie van rubberen handschoenen werd door de uitbraak van het coronavirus geconfronteerd met een explosieve stijging van de vraag. Het had daarom snel minstens duizend nieuwe werknemers nodig, terwijl Maleisië te boek staat als land met een hoog risico op slavernij.
Migranten die bij Top Glove aan de slag willen, moeten soms bijvoorbeeld aanwervingsvergoedingen betalen, waarvoor ze zich nogal eens in de schulden steken. Volgens McCabe ligt het gevaar van misbruik dan op de loer. Daarnaast zou het personeel bij Top Glove gedwongen overuren moeten maken, het loon niet altijd uitbetaald krijgen en zouden paspoorten soms in beslag genomen worden om werknemers te beletten het land te verlaten.
Complexe supply chain
McCabe is van mening dat zeker bij grote ondernemingen met een complexe internationale supply chain de arbeidsomstandigheden niet overal optimaal zijn. Moderne slavernij komt volgens haar zo veel voor dat het onvermijdelijk is dat ze ermee in aanraking komen. ‘Idealiter hebben bedrijven een volledig overzicht van hun aanvoerketen, zodat ze exact weten wie wat maakt, en waar.’ Maar zeker voor grote ondernemingen is dat haast ondoenlijk.
McCabe noemt als voorbeeld het Zuid-Koreaanse elektronicabedrijf Samsung. Het bedrijf telt alleen al meer dan 24.000 directe toeleveranciers, die op hun beurt ook weer een veelvoud aan eigen toeleveranciers hebben. ‘Het is onhaalbaar om die allemaal nauwgezet op te volgen. Een goede oplossing is om die directe toeleveranciers te monitoren en daar mensen op te leiden, zodat zij zelf toezicht kunnen houden op hun leveranciers’, aldus McCabe.
Adidas, H&M en Primark scoren goed op transparantie
Daarnaast kunnen ook beleggers waakzaam zijn. BMO GAM schakelt daarvoor de hulp in van stichting KnowTheChain. De focus ligt daarbij op de grootste bedrijven. ‘Als H&M best practices uitwerkt, kan dat als een golf uitdijen naar kleinere bedrijven.’ Het Zweedse kledingbedrijf komt overigens goed uit de analyse. ‘H&M maakt onder meer de namen en locaties bekend van de fabrieken die zijn merkproducten maken. Het deed dat zelfs voor driehonderd fabrieken die zijn leveranciers van stoffen en garens voorzien.’
Bedrijven als Adidas, Lululemon en Primark doen het volgens het FD ook goed, terwijl juist luxe merken als LVMH, Prada en Salvatore Ferragamo laag scoren. ‘Hogere marges gaan dus niet per se samen met meer transparantie’, aldus McCabe. ‘Luxe merken liggen vermoedelijk minder onder de loep van media dan ‘’gewone’’ merken. Maar dat kan snel veranderen. Als blijkt dat ze slavenarbeid gebruiken, leidt dat niet alleen tot reputatieschade, maar ook tot financiële risico’s.’’