Bas van der Velde beschrijft snelle advieswereld
‘Alles wat in de managementliteratuur staat over leidinggeven, klopt niet in de advieswereld’, stelt Bas van der Velde. Zoals ook zijn boek Woeltand – waarin een uitgebluste, aan cocaïne en seks verslaafde managing partner van een adviesbureau zijn bedrijf en huwelijk tracht te redden – met de nodige zelfspot de werkelijkheid uitvergroot.
Door Martijn Lofvers
De Nederlandstalige bibliotheek bevat, jammer genoeg, maar weinig romans over het moderne bedrijfsleven. De bekendste roman is natuurlijk Het doel, geschreven door de Israëlische managementgoeroe Eli Goldratt in 1984. In dit fictieve verhaal probeert de hoofdpersoon zijn productiebedrijf en zijn huwelijk te redden met het nodige inzicht over bottlenecks van een bevriende natuurkundeprofessor. Vorig jaar verscheen de bedrijfsroman Formule X over een directeur van een keukenfabriek die van de eigenaar de opdracht krijgt de gemiddelde levertijd terug te brengen van twaalf naar twee weken. De hoofdpersoon in de roman Het Pakhuis uit 2017 is een logistiek manager bij een productie- en groothandelsbedrijf die zijn bedrijf weer financieel gezond moet maken.
Firma redden
De hoofdpersonen in deze drie romans kampen met de nodige uitdagingen in hun traditionele fabrieken en kunnen wel wat hulp van buitenaf gebruiken. Een interessante vraag zou zijn hoe zij tegen de snelle advieswereld aankijken, zoals auteur Bas van der Velde die voorstelt in zijn roman Woeltand, eind 2019 verschenen. Ook de hoofdpersoon in deze roman – Henk Brandsma, een uitgebluste managing partner van een middelgroot adviesbureau in de Randstad – probeert zijn slecht draaiende firma en zijn huwelijk te redden. Alleen staan hierbij zijn geheime cocaïneverslaving en seksuele losbandigheid hem danig in de weg. Als lezer rijst de vraag hoe waarheidsgetrouw de beschrijving van de advieswereld in dit soepel geschreven boek is. Van der Velde is dertien jaar CEO geweest van Rijnconsult. Zelf was hij als managing partner nauw betrokken bij de overname door Ordina in 2000 en de daarop volgende buy-out. Hij kan dus over dit soort zaken uit eigen ervaring putten.
‘Alles in mijn roman is uitvergroot, voor de goede orde’, zegt Van der Velde in een online interview. ‘Cocaïnegebruik heb ik zelf nooit bewust meegemaakt. Maar voor het boek heb ik wel research gedaan. Ik kwam in contact met een verslavingsarts in Parijs die een online praktijk heeft voor een dankbare pool klanten aan de Zuidas die liever niet naar de Jellinek-kliniek gaan. Ik heb de hoofdpersoon een cocaïneverslaving gegeven om het personage uit te vergroten.’
Torens bouwen
In een hilarische scène in het boek bouwt het managementteam van het bedrijf onder half toezicht van hoofdpersoon Brandsma een toren. Hoe zinvol is zo’n teamactiviteit eigenlijk voor een adviestraject? ‘Soms kun je je afvragen of het nodig is om een toren te bouwen. Dat doen wij bij Rijnconsult niet; wel hebben we klanten in Finland bomen laten sjouwen om hen te observeren. Of ik ben met de directie van een bank op pad gegaan en heb hen het bos ingestuurd met de opdracht een kunstwerk te maken dat de toekomst voorstelt. Dit soort activiteiten legt patronen tussen personen bloot op een andere manier en maakt bespreekbaar wat onderling blokkeert. Het is een krachtig instrument, maar je moet het goed toepassen en relateren aan het centrale vraagstuk van de opdrachtgever.’
Cynische consultant
Op de vraag wat zijn inhoudelijke drijfveer was om een roman over consultancy te schrijven, antwoordt Van der Velde dat veel managementliteratuur wetenschappelijk heel slecht is onderbouwd. ‘Cynisch gezegd zijn al die managementboeken maar fictie. Alles wat staat in de managementliteratuur over leidinggeven klopt niet in de advieswereld. Waar we in veel organisaties het zelfsturende vermogen vergroten, is het de vraag of je dat hier ook moet doen. Professionals hebben gewoon leiding nodig. Dat was mijn inhoudelijke missie.’
Volgens Bas van der Velde zit er een aantal paradoxen in de sturing van adviseurs. Een voorbeeld? ‘Dat adviseurs eigenlijk niet verantwoordelijk zijn voor wat ze zeggen.’ Deze ambivalente houding komt ook naar voren in de hoofdpersoon Brandsma. Van der Velde: ‘In het begin van het boek is hij cynisch over zijn eigen werk. Later in het boek is hij milder en aan het einde verdedigt hij zijn vak zelfs.’
De zelfspot over het adviesvakgebied blijkt ook duidelijk uit de titel van de roman. De woeltand verwijst naar de eekhoorn Ratatoskr uit de Noordse mythologie die heen en weer rent op de levensboom Yggdraisil om scheldwoorden uit te wisselen. ‘Soms krijg je als consultant het gevoel tussen top en werkvloer te worden geslingerd om scheldwoorden uit te wisselen. Hoor je bovenin de organisatie “ze snappen het niet” en onderin hetzelfde. Je moet oppassen dat je niet in die rol terechtkomt.’