Angst in de coalitie

In de Haagse politiek staat er na de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen een en ander onder spanning. De plannen en de gekozen strategie moeten worden aangepast aan de nieuwe situatie. Er komt dan een aantal vragen voorbij als: in hoeverre geef je gehoor aan de achterban, wat betekent het voor je eigen positie, hoe kom je zonder gezichtsverlies tot een compromis, et cetera? In het bedrijfsleven zie ik dit ook vaak gebeuren. Daar worden ook coalities gesloten en behouden managers en directeuren graag hun verworven machtspositie, zelfs als dat niet bijdraagt aan de continuïteit van het bedrijf.

Net als in de politiek lopen er ook bij bedrijven veel ‘haantjes’ rond. De medewerkers worden belast met micromanagement en krijgen mooie verhaaltjes voorgeschoteld van wat er allemaal kan, maar uiteindelijk verandert er voor deze mensen niets. Hard werken leidt voor hen niet tot het gewenste en verdiende persoonlijke resultaat, met als gevolg dat zij op enig moment gefrustreerd het bedrijf verlaten. Dan begint het machtsspel weer van voor af aan, maar dan met andere poppetjes. Alleen de betrokken manager of directeur blijft als een Bokito steeds op zijn rots zitten.

Eigenlijk ben je als medewerker wel erg afhankelijk van ‘de ballen van de baas’. Als hij of zij de nek voor je uitsteekt en geen eigen ego te beschermen heeft, maak je een kans om door te groeien. Maar dat zou natuurlijk veel meer moeten gebeuren op basis van kwaliteit. Want vaak merkt een leidinggevende wel dat een medewerker beter of slimmer is dan hij- of zijzelf. Uit angst voor de eigen positie wordt zo’n medewerker echter niet zo snel naar voren geschoven. Terwijl je dat in mijn ogen juist wél moet doen, want zoals mijn vader vroeger altijd zei: ‘Een goede manager is hij die beteren voor zich heeft werken’.

Coalitie

Managers en directeuren die moeite hebben het bedrijf te managen of besturen, zullen onderling een coalitie vormen. Hun gezamenlijke teambelang zal altijd winnen en dus kom je daar als nieuweling nooit zomaar tussen. Bij deze mensen regeert de angst. Interim-managers hebben hier veel last van, maar dat geldt ook voor medewerkers die constateren dat er dingen zijn in het bedrijf die eenvoudig beter kunnen.

De enige manier om dit als medewerker te doorbreken, is zorgen dat er een nieuwe coalitie ontstaat. Mensen ‘vanaf de vloer’ groeien dan door, waardoor de binding vanuit management en directie met de werkvloer automatisch wordt versterkt. Zodra een paar personen deze stap zetten, ontstaat er een mindset in het bedrijf van ‘zie je wel, het kan wel bij ons’, en dat is precies wat je in het bedrijfsbelang wit bereiken. Het klinkt erg simpel, maar ik zie het vaak niet als zodanig, of in een andere vorm, worden toegepast, want de zogenaamde vlootschouw laat een andere personeelsspiegel zien.

Feest

Gelukkig zijn er ook bedrijven waar de coalitie niet vanuit angst regeert en wel concrete doorgroeistappen biedt aan medewerkers. Het is voor een medewerker een feest om voor zo’n bedrijf te werken, maar ook voor het bedrijf zelf is het fijn. Zeker in een tijd waarin goed personeel lastig te binden en boeien is. Regeren vanuit angst, ook in een coalitie, is namelijk altijd slecht.

Edward Heijnen, serious funmaker in supply chain management