Alle verstoringen ten spijt houden bedrijven vertrouwen in hun veerkracht
Tekorten aan onderdelen en chaos in de supply chain maken al lang deel uit van het dagelijks leven in de Nederlandse industrie. Nog steeds houden verstoringen in de toeleveringsketen 83 procent van de bedrijven in spanning. Toch heeft 88 procent wel vertrouwen in de veerkracht van hun onderneming, blijkt uit het nieuwe Supply Chain-rapport van Reichelt Elektronik, een Duitse distributeur van elektronica en IT-technologie.
Voor het rapport werden afgelopen oktober voor het derde jaar op rij 250 Nederlandse besluitvormers uit verschillende industriële sectoren ondervraagd. Van hen gelooft 45 procent dat de situatie in de toekomst zal verbeteren. Dat is minder dan in voorgaande jaren: in 2021 was ruim twee derde nog positief over de toekomst en het jaar ervoor was dit 48 procent.
Wel hebben de respondenten vertrouwen in de veerkracht van de eigen onderneming (88%), hoewel de meerderheid (52%) aangeeft dat hun bedrijf de afgelopen drie jaar aanzienlijke verliezen heeft geleden. Ook vreest 59 procent het economische risico dat hun bedrijf loopt wanneer er grote tekorten ontstaan aan bepaalde componenten. Met het invoeren van een betrouwbaar systeem verwachten ze de problemen in de supply chain te kunnen tackelen (69%).
Maatregelen werpen vruchten af
De voorraden van materialen worden schaars, leveringen worden vertraagd of helemaal geannuleerd. Daardoor komt de productie in Nederland vaak tot stilstand. Toch laten de resultaten van de enquête van dit jaar een verbetering zien ten opzichte van voorgaande jaren. Terwijl er in 2021 gemiddeld 38 dagen productiestilstand was en in 2022 gemiddeld 47 dagen, konden bedrijven in 2023 slechts 30 dagen niet produceren. 19 procent van de ondervraagden hoefde het werk zelfs helemaal niet neer te leggen. Het illustreert het succes van de maatregelen die de afgelopen twaalf maanden zijn genomen.
Leveranciersdiversificatie populaire trend
Leveranciersdiversificatie blijkt een nieuwe en populaire trend om knelpunten in de supply chain het hoofd te bieden en veerkracht op te bouwen of te behouden. 90 procent van de bedrijven ziet dit als een kernstrategie. Steeds meer bedrijven werken met meerdere leveranciers samen voor bepaalde componenten en grondstoffen. Ook onshoring, het samenwerken met lokale leveranciers, is voor 84 procent een belangrijke strategie om onafhankelijk te worden van de wereldhandel en politieke onrust. Het overschakelen naar goedkopere leveranciers staat eveneens hoog in de lijst (80%).
Verhogen van de voorraden
Het verhogen van de voorraden blijft een populaire tegenmaatregel om knelpunten in de bevoorrading tegen te gaan. In 2021 volgde 49 procent van de bedrijven deze strategie, tegenover 64 procent in 2022. Dit jaar doet nog zo’n 39 procent aan het vergroten van de voorraden van kritieke componenten. Nog eens 42 procent is van plan dit in de komende twaalf maanden te doen. Het gaat hier om de verwerkende industrie van hardware- en elektronische componenten, bouwkunde, de auto-industrie en nutsbedrijven, waar ongeveer een derde van de ondernemingen op deze maatregel vertrouwt.
Ruim een derde van de ondervraagden keerde in de afgelopen twaalf maanden terug naar het just-in-time-concept. Toch blijven ze ook hun magazijnen bevoorraden met de belangrijkste componenten. Met name de auto-industrie, de elektronica- en hardware-industrie en de nutsbedrijven vertrouwen op deze combinatie. De terugkeer naar just-in-time is een bevestiging van de resultaten van de Reichelt-enquête van 2022, waarin 70 procent van de bedrijven aangaf zich voor te kunnen stellen opnieuw op deze strategie te vertrouwen.
Vrees voor prijsstijgingen
Ondanks de aanhoudend onstabiele supply chain is de inkoop van componenten en materialen de afgelopen twee jaar aanzienlijk verbeterd, waarbij slechts 36 procent nog steeds moeite heeft om bepaalde componenten of materialen te bemachtigen. In 2021 was dat nog 80 procent. Vooral de vrees voor toekomstige prijsstijgingen voor kritieke componenten is sterk gestegen, van 30 procent van de bedrijven in 2022 naar 61 procent dit jaar. De bezorgdheid over de inflatie (53%) is eveneens sterk aanwezig, ook zien besluitvormers de algemene recessie (52%) als risicofactor.
Economische en politieke situatie baren zorgen
Terwijl er in 2021 met het aflopen van de coronapandemie nog hoop was op licht aan het einde van de tunnel, baart nu de economische en politieke situatie in binnen- en buitenland de besluitvormers zorgen. Oorlogen, recessie en inflatie, evenals verhoogde werkdruk als gevolg van milieuvoorschriften en de nieuwe wet op de toeleveringsketen, vormen een grote potentiële bedreiging voor Nederlandse industriële bedrijven. Zo schrijft 52 procent van de respondenten een grote invloed toe aan de oorlog tussen Rusland en Oekraïne.
Verlangen naar onafhankelijkheid
Het verlangen naar onafhankelijkheid blijkt in 2023 alomtegenwoordig. 78 procent van de bedrijven hoopt op meer officiële politieke steun voor Nederlandse onderzoeksprojecten zoals de productie van halfgeleiders of andere essentiële componenten om concurrerend te blijven en meer zelfvoorzienend te worden. In 2022 was slechts 36 procent hier voorstander van en in 2021 maar 27 procent. 69 procent zou zich in de toekomst ook meer willen specialiseren in nieuwe technologietakken, omdat ze daar betere kansen zien om het technologisch leiderschap uit te breiden, bijvoorbeeld in quantumtechnologie (60%).