Ambities supply chain executives reiken verder dan end-to-end visibility
Niet meer dan 30 procent van de internationaal opererende bedrijven beschikt op dit moment over end-to-end supply chain visibility. Dat blijkt uit onderzoek van Supply Chain Media en Buck Consultants International onder 123 supply chain executives. Die executives hebben wel degelijk erg grote plannen, blijkt tijdens het webinar waar Patrick Haex en Carlo Peters de onderzoeksresultaten presenteren. ‘70 procent streeft naar end-to-end supply chain orchestration in 2027. Dat is zeer ambitieus.’
Door Marcel te Lindert
Veel bedrijven hebben stappen gezet in het decentraliseren van hun supply chains. Dat was de belangrijkste conclusie uit het onderzoek dat Supply Chain Media en Buck Consultants International vorig jaar hebben gepresenteerd. ‘Veel bedrijven hebben voor een meer regionale aanpak gekozen. Bijvoorbeeld omdat zij hun afhankelijkheid van China willen verkleinen of hun wereldwijde supply chains willen verkorten. Maar we hebben de complexiteit in deze supply chains allerminst zien afnemen’, stelt Patrick Haex, managing partner bij Buck.
Dat is één van de redenen voor Supply Chain Media en Buck om dit jaar onderzoek te doen naar end-to-end supply chain visibility & control: hebben bedrijven de juiste tools om de juiste beslissingen te nemen? Haex wijst op de aanhoudende turbulentie, van geopolitieke conflicten tot lokale havenstakingen. ‘Sinds het uitbreken van de pandemie streeft iedereen naar meer veerkracht en praten we over het belang van end-to-end supply chain visibility. Waarom blijft de adoptie dan vooralsnog achter bij de verwachtingen?’
Sluitende businesscase
Voor het onderzoek zijn 123 supply chain-executives ondervraagd. Slechts 30 procent beschikt op dit moment over end-to-end supply chain visibility, iets wat het merendeel van de ondervraagden ambieert. ‘Sterker nog, 70 procent streeft naar end-to-end supply chain orchestration in 2027. Zij willen niet alleen actuele informatie over hun supply chain, maar die informatie ook kunnen gebruiken om hun supply chain aan te sturen. Visibility is geweldig, maar niet genoeg. Uiteindelijk moet het leiden tot betere en snellere besluitvorming’, zegt Haex.
Het merendeel van de supply chain executives ziet end-to-end supply chain visibility als een ‘license to operate’. Het is een vaardigheid die ze nodig denken te hebben en die ook voordelen heeft zoals hogere servicelevels, concludeert Haex op basis van het onderzoek. ‘Maar wie een visibility-project intern verkocht wil krijgen, moet kunnen bewijzen dat daarmee kosten worden bespaard. Het draait om een sluitende businesscase.’
Gefragmenteerd IT-landschap
Dat slechts 30 procent zegt te beschikken over end-to-end supply chain visibility, betekent niet dat de rest geen stappen zet op dit vlak. Vaak beginnen ze met visibility op transportniveau door gebruik te maken van platformen die bijvoorbeeld laten zien wanneer hun zeevracht- en luchtvrachtzendingen aankomen. ‘Maar veel bedrijven beschikken ook over centrale planningshubs waar ze forecasts maken, voorraden optimaliseren en leveranciers aansturen’, weet Haex. ‘Bij end-to-end supply chain visibility & control draait het om het verbinden van die twee werelden. Enkele bedrijven in hightech en healthcare hebben die stap al gezet, maar de meeste bedrijven zijn daar nog mee bezig.’
De belangrijkste barrière die adoptie van end-to-end supply chain visibility & control in de weg staat, is het gefragmenteerde IT-landschap. Veel bedrijven beschikken over meerdere, vaak verouderde ERP-systemen die niet geharmoniseerd zijn. Kwaliteit van masterdata is een ander punt, evenals de complexiteit van implementatie. ‘In het verleden hadden bedrijven twee opties: wie voldoende schaalgrootte had en zich de investering kon veroorloven, kon ervoor kiezen zelf iets op te zetten. Een andere optie was uitbesteding aan een 4PL of een bedrijf dat gespecialiseerd is in business process outsourcing. Maar nu zien we steeds meer bedrijven kiezen voor een hybride variant. Die willen zelf de controle houden over de data en de technologie, maar zoeken een externe partner die het werk doet.’
Uitbesteding van logistiek
Een ander thema in het onderzoek is uitbesteding van logistiek. Veel bedrijven hebben een externe partner voor warehousing en transport ingeschakeld om kosten te besparen of op kernactiviteiten te kunnen focussen. ‘Dat zijn allesbehalve verbazingwekkende conclusies’, beaamt Carlo Peters, principal consultant bij Buck. ‘Maar het onderzoek laat zien dat er nog meer redenen zijn voor uitbesteding. Zoals de flexibiliteit van logistiek dienstverleners om pieken en dalen op te vangen of het vermogen om toekomstige groei te faciliteren.’
Richting 2027 zien bedrijven hun relatie met hun logistiek dienstverleners graag veranderen. Zij willen een relatie die meer gericht is op waardecreatie in plaats van minimale tarieven. ‘Wij voorzien een verschuiving van een transactionele naar een strategische relatie met logistiek dienstverleners. In samenhang daarmee zien we de wens om het aantal logistiek dienstverleners terug te brengen. Liever wat minder partners, zodat ze daarmee een strategische samenwerking kunnen aangaan’, vertelt Peters.
Focus op waardecreatie
De wens komt wellicht voort uit de ervaringen van vandaag. Bedrijven zijn tevreden over de operationele prestaties van hun logistiek dienstverleners, maar missen een proactieve houding en het vermogen om continu te verbeteren. ‘Dat zijn juist de elementen die bedrijven verwachten in een strategische relatie. Ook zijn ze ontevreden over de vorderingen van logistiek dienstverleners op het gebied van digitalisering en netwerkoptimalisatie. Logistiek dienstverleners zullen moeten investeren in hun competenties op dit vlak’, aldus Peters.
Maar ook bedrijven zelf moeten aan de bak. Als zij strategische relaties met hun logistiek dienstverleners willen opbouwen, zullen ze op lange- in plaats van kortetermijndoelstellingen moeten focussen. En niet op kosten maar op waardecreatie moeten sturen en bereid zijn contracten van zeven of tien in plaats van twee of drie jaar af te sluiten. ‘Daarnaast vraagt een strategische relatie om harmonisatie en standaardisatie van processen’, stelt Peters. ‘Ook het selectietraject verandert daardoor. Wij zien vaak dat inkoop andere belangen heeft dan supply chain. Is het dan wel zo handig dat inkoop het selectietraject leidt?’