Nulmeting Zeeman: 90 procent van milieu-impact komt uit de supply chain

Zeeman

Zeeman is vorig jaar gestart met een nulmeting van de milieu-impact in de supply chain. Daarvoor heeft de textieldiscounter een levenscyclusanalyse van 200 producten uitgevoerd die representatief zijn voor het hele assortiment. Tijdens de presentatie van Zeemans duurzaamheidsjaarverslag blijkt dat de milieu-impact verder gaat dan alleen de CO2-uitstoot. ‘Veel bedrijven hebben last van een carbon-tunnelvisie. Zij meten alleen hun CO2-uitstoot, maar er zijn andere relevante factoren, zoals biodiversiteit en vervuiling.’ 

Door Marcel te Lindert

Zeeman heeft geen eigen fabrieken, maar laat het textielassortiment produceren door 180 leveranciers in het Verre Oosten. De nulmeting laat zien dat de impact daarvan groter is dan gedacht. ‘Op basis van nulmetingen van andere bedrijven hadden we verwacht dat de milieu-impact van het assortiment rond de 70, misschien 80 procent van onze totale milieu-impact zou liggen. Maar in ons geval blijkt het zelfs meer dan 90 procent te zijn’, vertelt Arnoud van Vliet, CSR- en kwaliteitsmanager bij Zeeman.

Uit het verhaal van Van Vliet wordt duidelijk dat de nulmeting een intensieve ontdekkingstocht door de wereld van duurzaamheid was. Het heeft veel tijd en energie gekost om de benodigde data te verzamelen, van de textielfabrieken tot de katoenvelden helemaal aan het begin van de supply chain. ‘We wisten niet goed wat we moesten verwachten. Ik dacht dat onze milieu-impact voornamelijk bepaald werd door de CO2-emissies, maar er zijn andere belangrijke factoren zoals biodiversiteit, fossiele grondstoffen, vervuiling en waterverbruik.’

Carbon-tunnelvisie

Voor de nulmeting heeft Zeeman de hulp ingeschakeld van onder meer het Impact Institute. Leanne Heuberger van dit adviesbureau noemt twee hotspots, punten in Zeemans supply chain waar actie is vereist. ‘We hebben gezien dat de meeste impact helemaal aan het begin van de supply chain wordt gecreëerd, daar waar de katoen wordt geteeld en waar de polyestervezels worden gemaakt. En helemaal aan het eind, daar waar het textiel wordt geverfd of bedrukt.’

Ook CO2-emissies spelen een belangrijke rol. Die vormen in de supply chain van Zeeman de belangrijkste factor. ‘Veel bedrijven hebben last van een carbon-tunnelvisie. Zij meten alleen hun CO2-uitstoot en andere broeikasgassen. Dat is inderdaad een erg belangrijke factor, maar er zijn andere relevante factoren zoals biodiversiteit en vervuiling. Focus dus niet alleen op CO2-uitstoot, maar ook op die andere factoren’, adviseert Heuberger.

Design van producten

Als de producten van Zeeman zo’n grote milieu-impact hebben, dan ligt een flink deel van de oplossing in het design van die producten. ‘Op dat vlak hebben we veel geleerd’, beaamt Erica Roolvink-Schartman, die binnen de directie zowel verantwoordelijk voor inkoop als duurzaamheid is. ‘We kunnen nu al in de designfase rekening houden met de milieu-impact. We hanteren verschillende designprincipes om de impact beperkt te houden, onder meer op het gebied van verven en bedrukken van textiel. Het maakt nogal uit of je inkt op rubberbasis of op waterbasis gebruikt.’

In het duurzaamheidsjaarverslag noemt Zeeman meer voorbeelden van maatregelen die de milieu-impact moeten verminderen. Zo stuurt de textieldiscounter eropaan dat leveranciers bij het verven en wassen van textiel gebruik maken van vestigingen met een waterzuiveringssysteem. Ze moeten testrapportages over de kwaliteit van het gezuiverde water aanleveren en certificaten laten zien die aangeven dat het afval op een verantwoorde manier is verwerkt.

Energieverbruik

Een groot deel van de milieu-impact wordt veroorzaakt door het energieverbruik. Zowel voor het textiel- als niet-textielassortiment. Dit jaar gaat Zeeman daarom meer informatie opvragen over bijvoorbeeld het gebruik van grijze en groene stroom bij partijen stroomopwaarts in de supply chain. Daarnaast wil Zeeman de CO2-uitstoot door zeevracht verminderen door ladingen in de zeehavens van Zuid- en Oost-Azië te bundelen. Vorig jaar is daarmee een start gemaakt in Bangladesh, wat resulteerde in een beladingsgraad van 80 procent. Dit jaar ligt het doel op 83 procent.

Voor CEO Erik-Jan Mares van Zeeman lag de grootste blindspot bij het berekenen van de milieu-impact niet stroomopwaarts, maar stroomafwaarts in de supply chain. ‘We hebben de berekening van de milieu-impact opgeknipt in twee fases. Eerst keken we naar de productie van ons textiel, nu kijken we naar het gebruik van textiel door consumenten. De impact daarvan is misschien nog wel groter dan van de productie van textiel. We voelen de verantwoordelijkheid om ook dat deel van de milieu-impact te verminderen, bijvoorbeeld door consumenten te helpen hun impact te verkleinen. Als iedereen ons textiel zou wassen op 30 graden en wasmiddelen nog effectiever zouden zijn op die lage temperatuur, zouden we de impact flink kunnen verkleinen.’

De juiste data

De nulmeting van de milieu-impact is één van de maatregelen met het oog op de corporate sustainability reporting directive (CSRD), de richtlijn waaraan het volgende duurzaamheidsjaarverslag moet voldoen. Zeeman heeft met het oog op de CSRD een projectteam samengesteld dat bestaat uit duurzaamheidsspecialisten, financieel specialisten en de CFO van Zeeman. Daarnaast is een brede groep van interne en externe experts daarbij betrokken. De overstap naar de CSRD vraagt om een inspanning van de hele organisatie, schrijft het bedrijf in het duurzaamheidsverslag van dit jaar. ‘We zijn gelukkig al op weg, maar nog lang niet daar waar we willen zijn’, voegt Mares daaraan toe. ‘De grootste uitdaging is het verkrijgen van de juiste data.’