Groei van Nederlandse industrie zet door

Nederlandse industrie

Het herstel van de Nederlandse industrie zet door. De vraag nam in mei voor de derde maand op rij toe en het aantal nieuwe orders steeg fors. De bedrijven reageerden hierop met een sterkere toename van de productieomvang. Dat blijkt uit de Nevi Inkoopmanagersindex, die steeg van 51.3 in april naar 52.5 in mei.

De deelindicator voor de productie maakte een flinke sprong, van 52.8 naar 55.1, en duidt daarmee inmiddels op een sterke stijging van de productie. Ook de deelindicator voor de nieuwe orders verbeterde, van 53.7 naar 55.3. Dat meldt Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN-Amro.

Een negatieve factor binnen de index vormen de nog altijd teruglopende levertijden, die duiden op overtollige voorraden. Swart: ‘Doordat veel onderdelen en materialen ruim voorradig zijn, zijn de levertijden kort, wat wijst op een zwakke vraag. Het lijkt er echter op dat de afbouw van overtollige voorraden nu echt bijna voltooid is.’

Profijt van halfgeleiderindustrie

De deelindicator voor de hoeveelheid ingekocht materiaal kwam precies uit op 50.0, wat erop wijst dat inkoopmanagers per saldo niet minder inkopen dan in de voorgaande maand. Gezien de snelle groei van de productie is het volgens Swart goed mogelijk dat er binnenkort meer materiaal moet worden ingekocht, wat het herstel van bijvoorbeeld de vraag naar halffabricaten verder zou bevorderen. De cijfers over de industriële productie zijn dus over de breedte positief.

‘Wel moet worden bedacht dat de toename is gebaseerd op een relatief laag niveau, omdat de productie in 2023 en ook in het eerste kwartaal van 2024 is gedaald. Het dieptepunt lijkt nu dus achter ons te liggen. In veel andere landen presteert de industrie nog matig en gemiddeld ónder het niveau van de Nederlandse. Vermoedelijk profiteert de Nederlandse industrie met vlaggenschip ASML bovenmatig van het herstel van de halfgeleiderindustrie’, aldus Swart.

Inflatie loopt weer op

Een keerzijde van het snelle herstel is de terugkeer van inflatie. Sinds de zomer van 2022 zaten de inkoop- en afzetprijzen in een dalende trend. De daling van prijzen van industriële goederen leverde sindsdien meestal een bijdrage aan de daling van de algehele inflatie. Die trend lijkt echter te keren. Met name de inkoopprijzen stegen in mei sterk, en ook de afzetprijzen namen sneller toe.

Swart: ‘Mogelijk heeft dit vooral te maken met de stijging van de gasprijs en koperprijs en de snelle stijging van de loonkosten, die weer het gevolg zijn van de hoge inflatie van de laatste jaren en de krapte op de arbeidsmarkt. Vanwege onder andere de nieuwe cao voor de Metalektro-sector, die op 1 juni is ingegaan, en de voortdurende stakingen voor een betere cao in Metaal & Techniek (kleinmetaal) zal de stijging nog wel even voortduren.’