Productiecapaciteit mkb-maakbedrijven onder druk door netcongestie

mkb-maakbedrijven

Van de mkb-maakbedrijven ervaart 20 procent momenteel problemen in de bedrijfsvoering door netcongestie. Daarnaast is de binnen- en buitenlandse orderpositie bij evenveel bedrijven toe- als afgenomen. De waardering ervan houdt ook niet over. Voor het eerste kwartaal van 2024 worden bovendien geen grote veranderingen van de orderpositie verwacht. Dat blijkt uit de Koninklijke Metaalunie Economische Barometer van de mkb-maakindustrie over het vierde kwartaal van 2023.

Sectoren die beduidend slechter presteerden dan gemiddeld, waren de aan de bouw toeleverende bedrijven en de metaalwarensector. Bedrijven die gemiddeld genomen beter presteerden, waren oppervlaktebehandelaars en machinebouwers. In deze barometer werd ook een extra vraag gesteld over netcongestie; de problemen die bedrijven ervaren met hun elektriciteitsaansluiting. Daaruit blijkt dat 20 procent van de geënquêteerde mkb-maakbedrijven hier inmiddels last van heeft in de bedrijfsvoering. Daarnaast zijn er ook ondernemers die aangeven op termijn problemen op dit vlak te verwachten.

Op de vraag wat als belangrijkste probleem wordt ervaren, geeft 5 procent van de respondenten aan dat zij niet of minder kunnen verduurzamen dan ze zouden willen. Zij kunnen bijvoorbeeld geen zonnepanelen plaatsen. 6 procent meldt met hogere kosten te komen zitten, door hogere energiekosten, het niet kunnen terugleveren en schade door te hoge piekspanning. 9 procent geeft bovendien aan de productiecapaciteit niet uit te kunnen breiden.

Orderpositie binnenland

Na een vrij sterke daling van de binnenlandse orderpositie in het derde kwartaal, is deze in het vierde kwartaal nagenoeg gestabiliseerd. Bij 22 procent van de mkb-maakbedrijven nam de orderpositie af, terwijl deze bij 24 procent juist toenam. De waardering van de orderpositie ligt op bijna hetzelfde niveau als in het derde kwartaal. 28 procent van de bedrijven geeft aan tevreden te zijn over de binnenlandse orderpositie, waar een jaar geleden nog bijna de helft van de respondenten tevreden was.

De verwachtingen voor het eerste kwartaal van 2024 zijn ‘stabiel’ te noemen. 22 procent van de respondenten geeft aan een betere orderpositie te verwachten, terwijl 20 procent van hen een verslechtering verwacht. Per saldo een groei van maar 2 procent. Het aantal weken waarin de orderportefeuille gevuld is, herstelde zich in het vierde kwartaal. Aan het einde van het derde kwartaal was de orderportefeuille gemiddeld genomen nog ruim acht weken gevuld. Eind 2023 was dat – net als het jaar daarvoor – elf weken.

Orderpositie buitenland

Van de geënquêteerde bedrijven geeft 35 procent aan te exporteren. 10 procent van hen exporteert 10 procent van hun omzet. De overige 25 procent exporteert gemiddeld ruim een derde van hun omzet. Het afgelopen anderhalf jaar was het aandeel ondernemers met een krimpende export-orderportefeuille steeds groter dan het aandeel ondernemers waarbij deze toenam. In het vierde kwartaal hielden beide partijen elkaar in evenwicht. Dat wil zeggen dat bij 28 procent van de bedrijven de orderportefeuille toenam, deze bij 28 procent afnam en bij 44 procent gelijk bleef.

Het aandeel ondernemers dat de exportpositie positief beoordeelde, was net iets groter dan het aandeel dat de exportportefeuille als negatief beoordeelde. De verwachting voor de buitenlandse orderpositie voor het eerste kwartaal van 2024 is vrijwel gelijk aan de realisatie in het vierde kwartaal van 2023. Een kwart van de exporterende bedrijven verwacht een groei van de buitenlandse orderpositie, terwijl 28 procent krimp verwacht.

Prijzen en winstgevendheid

In het vierde kwartaal van 2023 heeft 28 procent van de respondenten de verkoopprijs verhoogd, terwijl 9 procent de prijzen juist heeft verlaagd. Prijsverhogingen vinden ook beduidend minder vaak plaats dan een jaar geleden, toen de grondstofprijzen flink stegen.

Het aantal mkb-maakbedrijven dat aangeeft winst te maken, lag de afgelopen drie kwartalen redelijk op hetzelfde niveau. Bijna driekwart van de bedrijven zegt winst te maken, een kleine 10 procent lijdt verlies. De overige 17 procent draait quitte. In het vierde kwartaal nam bij 31 procent van de bedrijven het bedrijfsresultaat toe, terwijl dit bij 25 procent afnam. Per saldo is dit 6 procent positief. Een kwartaal eerder was dit 12 procent negatief.

De vraag hoe de ondernemer het bedrijfsresultaat waardeert, werd veel positiever beantwoord dan drie maanden eerder. 56 procent van de respondenten gaf aan tevreden te zijn met het bedrijfsresultaat over het vierde kwartaal, terwijl dit over het derde kwartaal slechts 26 procent was. Voor het eerste kwartaal van 2024 verwacht de sector gemiddeld genomen eenzelfde bedrijfsresultaat als voor het vierde kwartaal van 2023: 19 procent van de respondenten verwacht een beter resultaat, 20 procent slechter en 61 procent eenzelfde bedrijfsresultaat.

Vacatures

Het aantal bedrijven dat vacatures heeft uitstaan, daalt geleidelijk. Anderhalf jaar geleden had 55 procent van de respondenten tenminste één vacature uitstaan, eind 2023 was dat nog 44 procent. Het gemiddelde aantal vacatures per bedrijf was eind 2023 2,2. In het derde kwartaal gaven relatief weinig respondenten aan er vertrouwen in te hebben de openstaande vacatures in te kunnen vullen (60%). Inmiddels verwachten de respondenten bijna 80 procent van de vacatures binnen een halfjaar ingevuld te hebben.