Bedrijvigheid Nederlandse industrie neemt verder af

Nederlandse industrie

Er is nog altijd sprake van een snelle afname van de bedrijvigheid van de Nederlandse industrie. De Nevi Inkoopmanagersindex liet slechts een marginale verbetering zien, van 43.6 in september naar 43.8 in oktober. Een zeer lage score volgens Albert Jan Swart, sectoreconoom Industrie bij ABN-Amro.

Inkoopmanagers trapten in oktober verder op de rem. ‘Nog altijd beschikken industriële ondernemingen over overtollige voorraden, die verder moeten worden afgebouwd. Ook is minder materiaal nodig vanwege de zwakke vraag. Het aantal nieuwe orders daalt nog altijd snel en ondernemers schroefden de productie dan ook verder terug’, aldus Swart.

Behalve de tijdens de pandemie opgebouwde overtollige voorraden spelen ook de vertragende economische groei en de snel gestegen rente de industrie parten. De afbouw van overtollige voorraden resulteert volgens Swart in een lagere vraag naar halffabricaten, zoals metaalproducten en onderdelen van rubber en kunststof. Wel waren inkoopmanagers in oktober optimistischer gestemd.

Prijzen blijven dalen

Wat betreft de inflatie is er goed nieuws. Swart: ‘Zowel de inkoop- als de afzetprijzen dalen verder. De hogere rente maakt investeringen duurder en resulteert duidelijk in een veel zwakkere vraag naar industriële producten, zoals bouwmaterialen en machines. De Europese Centrale Bank (ECB) constateerde vorige week dat de economie in de eurozone zwak presteert.’

ABN-Amro verwacht dat de economie blijft kwakkelen en dat de inflatie daardoor snel afneemt. ‘Zodra de inflatie onder controle komt, kan de ECB de rente beginnen te verlagen, wat de vraag naar industriële producten kan stimuleren en zo in de loop van 2024 kan zorgen voor een geleidelijk herstel’, aldus Swart.