Futuroloog Max Thinius: ‘Digitalisering leidt tot shift naar decentrale structuren’
Bedrijven als Ikea en PPG experimenten met productie op lokaal niveau. Dat is één van de gevolgen van het digitale tijdperk waarin we nu leven, stelt futuroloog Max Thinius tijdens de klantendag van magazijninrichter Dematic. ‘Wereldwijd zien we een verschuiving van centrale naar decentrale structuren. Uiteindelijk zal 84 procent van de structuren in het dagelijks leven veranderen. Op dit moment zitten we op 14 procent.’
Door Marcel te Lindert
Wereldwijd heeft Ikea al 160 miljoen Billy-boekenkasten verkocht. Elke 5 seconden wordt er eentje aan toegevoegd. Die komt niet langer standaard uit een grote Chinese meubelfabriek waar duizenden Billy’s per dag van de band rollen. In Potsdam en Exeter experimenteert het Zweedse woonwarenhuis namelijk met lokale werkplaatsen die misschien vijftig boekenkasten per week maken. Dankzij de digitaal verbonden machines in deze werkplaatsen kan Ikea garanderen dat deze boekenkasten aan dezelfde specificaties en kwaliteitsnormen voldoen als de andere boekenkasten. ‘Deze lokaal geproduceerde Billy’s zijn 20 tot 30 procent duurder. Daar staat tegenover dat Ikea ze niet meer uit China hoeft te halen en extra service kan bieden, zoals een op maat gemaakte boekenkast’, vertelt Max Thinius.
Tijdens Dematic’s Europese klantendag in Antwerpen geeft de futuroloog meer van dat soort voorbeelden. Zoals dat van PPG, de fabrikant van autolakken die in Europa vijftig repair centers met 3D-printers heeft opgezet. Daar kunnen onderdelen voor vrijwel elk automerk ter plekke worden geprint. ‘Dat is een uitkomst nu het aantal automerken snel toeneemt en het onmogelijk wordt de onderdelen van al die merken lokaal op voorraad te leggen. Of neem Mikkeller, een snelgroeiend biermerk dat in feite door elke lokale brouwerij kan worden gebrouwen zolang het recept en brouwproces digitaal kan worden gecontroleerd.’
Veranderende structuren
Deze voorbeelden laten zien hoe economische en maatschappelijke structuren veranderen als gevolg van digitalisering. Hetzelfde gebeurde eerder met de start van het stoomtijdperk en daarna met de elektrificatie van de samenleving. Om de grote stoommachines van brandstoffen en grondstoffen te voorzien, is veel nieuwe infrastructuur aangelegd. Voor de arbeiders van de stoomfabrieken zijn compleet nieuwe steden gebouwd. Om de rechten van deze arbeiders te beschermen, zijn vakbonden opgezet die streden voor sociale voorzieningen. ‘Soortgelijke veranderingen kunnen we ook verwachten in dit digitale tijdperk’, stelt Max Thinius.
De futuroloog, die afwisselend in Duitsland en Denemarken woont, spreekt liever over digitaliteit dan over digitalisering. De term digitalisering verwijst alleen naar de digitale technologieën die in opmars zijn. De term digitaliteit – een samentrekking van digitalisering en realiteit – verwijst naar de wijze waarop mensen het leven in een digitaal tijdperk ervaren. ‘Als we kijken naar bijvoorbeeld het stoomtijdperk, mogen we verwachten dat 84 procent van de structuren in het dagelijks leven door digitalisering zal veranderen. Sinds de start van het digitale tijdperk – volgens de Verenigde Naties was dat in 2010 – zitten we nu op 14 procent. En van die 14 procent vond 8 tot 9 procent plaats in de laatste drie jaar.’
Focus op kansen, niet op problemen
Een voorbeeld van nieuwe digitale structuren is de digitale euro. Veel mensen vragen zich af wat een digitale euro toevoegt, maar Thinius ziet nieuwe kansen. ‘Het voordeel van een digitale euro is dat we daaraan data kunnen koppelen, bijvoorbeeld over de duurzaamheid van een product. Data over duurzaamheid worden alleen maar belangrijker. In de toekomst gebruiken we de term duurzaam niet meer, maar alleen de term niet-duurzaam. Bedrijven zullen met data aantonen dat ze duurzaam opereren. Wie die data niet kan overleggen, laadt een verdenking op zich.’
Een probleem is dat veel mensen alleen aandacht hebben voor de problemen die de toekomst kan veroorzaken, niet voor de kansen die de toekomst kan bieden. ‘Uit onderzoek blijkt dat 70 procent van de mensen nog altijd bang is zijn baan te verliezen door digitalisering, terwijl het personeelstekort alleen maar groeit. De toekomst is niet iets dat ons overkomt, maar iets dat we in grote mate zelf kunnen creëren. Door niet alleen op de problemen maar ook op de kansen te focussen.’
Verschuiving naar decentrale structuren
Ikea, PPG en Mikkeller zijn voorbeelden van bedrijven die bezig zijn de toekomst zelf vorm te geven. Hun initiatieven passen bij de verschuiving van centrale naar decentrale structuren. Door gebruik te maken van digitale technologieën, is het mogelijk om lokale structuren op te zetten die digitaal met elkaar verbonden zijn. ‘Dat zullen we meer en meer gaan terugzien in het dagelijks leven’, stelt Max Thinius.
‘Kijk maar naar een concept als de 15-minute city dat nu wordt toegepast in Kassel. Deze stad heeft de hoeveelheid retail in de binnenstad met 74 procent zien afnemen. Zij zijn nu bezig om de stad zo in te richten dat bewoners binnen 15 minuten van hun voordeur alles vinden wat ze nodig hebben. En als ze toch niet kunnen vinden wat ze zoeken, kunnen ze dat online bestellen. Die bestelling komt dan niet uit een warehouse van Amazon, maar uit een van de vier of vijf warehouses rondom Kassel waar lokale retailers hun voorraad kunnen neerleggen. Dat leidt tot waardecreatie op lokaal niveau. De euro’s gaan immers niet naar Amazon, maar blijven in de regio. Dat geeft steden als Kassel de mogelijkheid zichzelf opnieuw uit te vinden.’
Ook Parijs is bezig met de transformatie naar een 15-minute city. Het bestuur van de stad ziet dat de investeringen daarin dubbel en dwars worden terugverdiend. Er is meer sociale cohesie in de buurt, wat leidt tot blijere bewoners, lagere criminaliteit en betere leefbaarheid. ‘Mensen voelen zich beter in een 15-minute city. Hoe we dat weten? Door te meten! In Parijs rijden auto’s rond met sensoren die de gemoedstoestand van bewoners bepalen’, aldus Thinius, die de logistieke sector oproept om in te spelen op de kansen die de digitaliteit biedt. ‘Ook de logistiek in de stad zal hierdoor veranderen. Hoe de logistiek eruitziet, zal een belangrijke bijdrage leveren aan de leefbaarheid van de stad.’