Anne van de Poel, Too Good To Go: ‘Data uit silo’s halen’
Anne van de Poel trok de deur bij Mars Wrigley achter zich dicht om te starten als Global Manufacturing Lead bij Too Good To Go; een scale-up die streeft naar een wereld zonder voedselverspilling. Het silo-denken is hierbij volgens haar nog steeds het grootste probleem. ‘Het vergt openheid en samenwerking met bedrijven en toeleveranciers om verspilling in de keten tegen te gaan.’
Vanwaar de overstap?
‘Ik heb bijna veertien jaar gewerkt bij fast moving voedselproducenten zoals Coca-Cola en Mars Wrigley en ik heb ervaring op kunnen doen op lokaal, regionaal (Europa en emerging markets) en op globaal niveau. Ik heb mij kunnen ontwikkelen als leider binnen Sales en Supply Chain en mijn passie is altijd de verbinding daartussen gebleven. In mijn laatste rol kwam dit heel mooi samen door het wereldwijd aansturen van de demand planning-agenda. Als vervolgstap wilde ik graag verder in een global rol waarbij ik een nieuwe strategie kon ontwikkelen en implementeren en tegelijk meer maatschappelijke impact kon maken. Dat kon bij Too Good To Go, dat ik al volgde door het inspirerende doel. Dit bedrijf met een sociale impact (benefit corporation of B-corp) streeft naar een wereld zonder voedselverspilling, is inmiddels actief in zeventien landen en is sterk groeiend. Niet alleen is Too Good To Go uitgeroepen tot de meest inspirerende werkgever van 2021, de app van het bedrijf staat bijvoorbeeld in de top-10 van de meest gedownloade food apps van de wereld (met op 1 McDonald’s, red.). Ik ben er 1 september begonnen.’
Wat houdt de nieuwe functie in?
‘Het ontwikkelen van de wereldwijde strategie om voedselverspilling tegen te gaan op het niveau van voedselfabrikanten. Ofwel manieren vinden, samen met voedselfabrikanten en toeleveranciers, om te voorkomen dat we voedsel onnodig vernietigen. Momenteel wordt 40 procent van het geproduceerde voedsel verspild; 30 procent daarvan nog voordat het bij de retail aankomt. Mijn rol: leiding geven aan het team dat daarin een stap verder upstream in de supply chain zet en voedselfabrikanten inspireert en aanzet om impact te maken. Bijvoorbeeld door te kijken naar de mogelijkheden om voorraden die niet meer in reguliere kanalen verkocht kunnen worden aan te bieden aan consumenten via de TGTG-app, door samen te kijken naar houdbaarheidslabelling en door ketensamenwerking ten aanzien van consumenteninitiatieven.’
Waarom bent u de juiste persoon voor deze baan?
‘Vooral vanwege de juiste achtergrond. Ik combineer sales-ervaring met supply chain-kennis en -ervaring, met het leiden van verschillende teams en het kunnen schakelen tussen lokaal en globaal. Dit stelt mij in staat om met een breed perspectief dit vraagstuk op te pakken. Ik ken de oorzaken, drijfveren en uitdagingen vanuit de fabrikantenkant en ik heb een breed netwerk. Ik ben een people leader die energie krijgt van het halen van resultaten door het ontwikkelen van mensen en door samen te werken over silo’s heen, en deze samenwerking is essentieel bij een complex vraagstuk als dit. Ik ben overgestapt van een volwassen global voedselfabrikant naar een B-corp in een scale-up, met een andere cultuur en ander type mensen. Dat betekent dat je jezelf als leider opnieuw moet uitvinden, wat heel uitdagend en leerzaam is.’
Wat staat er de komende tijd op de supply chain-agenda?
‘Op nummer 1: hoe creëren we door de hele keten heen visibility ten aanzien voedselverspilling? Hoe kunnen we data delen om vanuit hetzelfde vertrekpunt te beginnen aan het tegengaan van verspilling van voedsel? Wat betekent dat voor de technologie? En hoe spelen we hiermee in op de omnichannel supply chain? Ik denk door samenwerking, open gesprekken voeren en delen van data. Pas daarna kunnen we antwoord geven op de vraag: hoe vinden we schaalbare oplossingen voor verspilling van voedsel en resources?’
Wat is uw supply chain-visie en wat wordt daarin in de (nabije) toekomst belangrijk?
‘Die visie hangt nauw samen met eerdergenoemde thema’s: het begint met feiten en data en deze uit de silo’s halen. Het silo-denken is nog steeds het grootste probleem. Het vergt openheid en samenwerking met bedrijven en toeleveranciers om verspilling in de keten tegen te gaan.’