Eigen soft- en hardware-ontwikkeling helpt Prowise tekorten te tackelen
Voor touchscreenleverancier Prowise uit Budel vormt het wereldwijde tekort aan chips, componenten en grondstoffen een flinke uitdaging. Omdat het bedrijf alle soft- en firmware voor haar touchscreens zelf schrijft, merken leerkrachten en leerlingen echter niets van eventuele wijzigingen ‘onder de motorkap’ van de digiborden. ‘De behoeften van onze eindgebruikers staan altijd centraal, ook tijdens deze grote druk op de supply chain’, aldus Product Director Hans Ahrens.
Er is Prowise alles aan gelegen ervoor te zorgen dat klanten zo weinig mogelijk merken van de wereldwijde tekorten in de supply chain. ‘We doen geen concessies aan kwaliteit en veiligheid. Onze touchscreens bevatten altijd alle functionaliteiten die je ervan verwacht. We produceren bijvoorbeeld geen schermen zonder bepaalde connectiepoorten, omdat dat qua beschikbare componenten beter uitkomt’, aldus Ahrens.
Ook in China, waar praktisch alle productie van digiborden wereldwijd plaatsvindt, werkt het onderwijsbedrijf met eigen Prowise-collega’s. Dit team van specialisten is onder meer verantwoordelijk voor een uitgebreide kwaliteitscontrole. Ze spreken de taal, kennen de markt door en door en kunnen zo goed anticiperen op veranderende omstandigheden en beschikbare componenten.
Vervanging van componenten
Door de wereldwijde schaarste kan het voorkomen dat bepaalde componenten op het moederbord van de touchscreens vervangen worden. Zo’n hardware-wijziging heeft logischerwijs ook gevolgen voor de firm- en software van het scherm, maar de gebruikers merken daar niets van. ‘Omdat we de firm- en software volledig in eigen beheer ontwikkelen, kunnen we snel inspringen op veranderingen en stabiliteit garanderen’, zegt Ahrens.
Als de schermen eenmaal geproduceerd zijn, doet Prowise er alles aan ze op een snelle, verantwoorde manier in Budel te krijgen. Transportkosten zijn de afgelopen maanden echter geëxplodeerd. ‘We kiezen normaal voor zeevracht, maar vervoeren nu ook touchscreens per trein- of wegtransport. Omdat onze CO2-impact centraal staat, gebruiken we alleen luchttransport als het echt niet anders kan’, aldus Ahrens.