Productiekostenreductie grootste uitdaging voor maakindustrie
Het optimisme onder de ondernemers in de maakindustrie neemt volgens het CBS toe. Maar dat betekent niet dat er geen werk aan de winkel is. Softwarebedrijf Exact onderzocht met de MKB Barometer – een tweejaarlijks internationaal onderzoek onder tachtig productiebedrijven in het midden- en kleinbedrijf – welke uitdagingen zij zien voor de toekomst. Productiekostenreductie staat in deze lijst met stip op nummer 1.
Maar liefst 33 procent van de ondernemers zegt het drukken van de kostprijs als de grootste uitdaging voor de toekomst te zien. Om te kunnen concurreren met (bijvoorbeeld) China of Oost-Europa moet de kostprijs van producten omlaag. Bedrijven zien de oplossing hiervoor in bijvoorbeeld de productieplanning. Met software die de productie stroomlijnt, kan de downtime fors omlaag en de efficiëntie omhoog. Zo halen fabrieken optimaal rendement uit hun machines.
Betreden van nieuwe markten
29 procent van de bedrijven zegt moeite te hebben met het aanboren van andere inkomstenbronnen door nieuwe markten te betreden. Corona maakt uitbreiding over de grens momenteel knap lastig, maar dat dwingt ondernemers na te denken over andere manieren van groei. Zo wordt gekeken naar het beter bedienen van de bestaande markt, zodat uitbreiding (zodra het weer kan) gebouwd is op een nog stabielere basis.
Ontwikkelen van nieuwe producten
Nieuwe producten bedenken en maken is lastig. 28 procent van de Nederlandse productiebedrijven ziet het als één van de grootste uitdagingen voor de toekomst. Toch lijkt de oplossing deels al gevonden. Maar liefst 63 procent van de bedrijven zegt tegenwoordig minstens net zoveel geld te besteden aan dienstontwikkeling als aan productontwikkeling. Als die diensten een verdienmodel hebben, is dat óók een manier om te groeien. Zo levert bijna een derde van de productiebedrijven inmiddels via eigen kanalen direct aan eindgebruikers. Het ontwikkelen van die diensten, en daarmee dus het elimineren van de tussenpersoon, is één van de beste manieren om te groeien voor een organisatie.
Realiseren van een kortere doorlooptijd
Een kortere doorlooptijd realiseren is voor 23 procent van de ondernemingen een uitdaging. Dat probleem wordt mogelijk – deels – verklaard uit andere resultaten uit de barometer. Zo zegt 10 procent de planning van productiemiddelen (machines en personeel) lastig te vinden en 8 procent heeft moeite met het genereren van real-time inzichten in productieprocessen. 14 procent zegt tot slot dat de hele digitalisering een struikelblok vormt.
Als oplossing zien de productiebedrijven het steken van meer energie in de digitalisering van het hele productieproces. Daarmee zou planning gemakkelijker moeten worden, is het verkrijgen van inzicht slechts een druk op de knop en lossen ook andere problemen zichzelf op. Voordeel van digitaal sterke organisaties is dat ze minder technisch personeel nodig hebben (een probleem voor 26 procent van de organisaties) en ze meer unieke producten in kleine series kunnen maken (18 procent).
Verandering in de industrie
‘We zien dat veel ondernemers zich realiseren dat we voor een verandering in de industrie staan’, zegt Pieter Hamans, Senior Commercial Product Manager bij Exact. ‘Ik ben ervan overtuigd dat productiebedrijven omzet verliezen als ze niet in staat zijn snel op vragen van de klant te reageren. Waar de maatschappij steeds meer verwacht dat leveranciers in staat zijn op zeer korte termijn maatwerk in kleine series te leveren, blijven slecht gedigitaliseerde maakbedrijven achter’, aldus Hamans.
Reden is dat ze niet snel genoeg een offerte kunnen uitbrengen en ze daarnaast niet in staat zijn om snel te produceren. ‘Dit soort bedrijven verliest orders. De koplopers kunnen automatisch offertes uitbrengen en zijn in staat om binnen 24 uur maatwerk te leveren. Zij groeien snel en werken volgens de trend of verwachting ‘‘vandaag voor 22.00 uur besteld, morgen in huis’’. Per order is het duurder, maar de klant wint in flexibiliteit en heeft een lager kapitaalbeslag doordat die geen voorraad hoeft te hebben’, aldus Hamans.