Industrie zet ingezet herstel voort in 2021

industrie

Het herstel van de Nederlandse industrie zet door. Na een krimp van 5 procent in 2020 groeit de sector in 2021 weer met 2,5 procent. De coronacrisis raakt de industrie daarmee minder dan andere sectoren, al duurt productieherstel nog tenminste tot in 2022. Dat blijkt uit het ‘vooruitzicht industrie’ van ING Economisch Bureau. Een snelle opleving van de wereldhandel en aantrekkende export vanwege groei op (eind)markten voor onder andere auto’s, halfgeleiders en verpakkingen zijn drijvende krachten achter een beter 2021.

Na een jaar met verstoringen in de supply chain en vraaguitval door de coronacrisis, is de industrie zich nu aan het herstellen. De voedingsindustrie begint 2021 nog met een lagere vraag uit de horeca vanwege de aanhoudende lockdown. De chemie ziet de afzet door extra verpakkingsvraag en (indirecte) levering aan de automotive-industrie verder verbeteren en groeit met 3 procent. In de technologische industrie lopen de prestaties uiteen. Wel herstelt de automotive-gerelateerde industrie verder van de klap die ze in de eerste helft van 2020 opliep.

Overall resulteert dit voor de industrie in 2021 naar verwachting in een groei van de productie met 2,5 procent. ‘Het belangrijkste risico ligt dit jaar bij de effecten van een onverwacht langer aanhoudende coronacrisis’, meldt sectoreconoom Rico Luman van ING Economisch Bureau. ‘Daarnaast kunnen een stroef lopende export naar het Verenigd Koninkrijk en werkonderbrekingen door chiptekorten of CAO-onderhandelingen de groei van de industriële productie beperken.’

Aantrekkende export drijvende kracht achter herstel

De snelle opleving van de wereldhandel is de drijvende kracht achter het herstel. Dat was ook merkbaar in de aantrekkende Nederlandse export. De buitenlandse omzet is in 2020 naar verwachting met 8 procent gedaald, maar de orderintake wijst op een sterk verbeterde situatie ten opzichte van een half jaar terug. Zowel de wereldwijde als Europese industriële productie trokken vanaf afgelopen zomer flink aan. Zo zien Duitse industriebedrijven – waaronder veel afnemers van Nederlandse producten – de orders al maanden toenemen. Ook de eindmarkt van halfgeleiders laat verdere groei zien, net als de chemische industrie.

Kleinere krimp in derde en vierde kwartaal al voorteken

In het tweede kwartaal van 2020 waren er sterke productiedalingen, mede ingegeven door tijdelijke sluitingen bij VDL Nedcar, Scania en Daf Trucks. De krimp in de industrie was in het derde en naar verwachting ook het vierde kwartaal echter een stuk kleiner. Zo ging de productie bij Daf vanaf het dieptepunt in juni en november weer omhoog. Deels het gevolg van inhaalvraag, maar ook een reactie op marktverbetering. De foodindustrie had extra vraag vanuit supermarkten, maar kreeg vanuit de horeca eind 2020 opnieuw een tik. Binnen de chemie zorgde extra coronagerelateerde productie voor een snellere opleving dan verwacht.

Productie coronavaccins draagt bij aan groei farmaceutische industrie

De productie van coronavaccins geeft de farmaceutische industrie in ons land een impuls. Met name Janssen Vaccines produceerde vorig jaar al grote aantallen. Ongeveer de helft van de geplande productie vindt plaats in Leiden. Ook Halix uit Leiden produceert coronavaccins, in opdracht van AstraZeneca. En Curevac laat in de loop van 2021 in Amsterdam een deel van de coronavaccins door Wacker produceren. Toch is het effect van de vervaardiging van vaccins voor de industriële productie beperkt, omdat de sector met 2 procent maar een klein deel van het totaal uitmaakt.