Inkoopmanagersindex: Nederlandse industrie groeit weer
Het lijkt erop dat de Nederlandse industrie haar dieptepunt heeft gehad. De Nevi Purchasing Managers’ Index (PMI) steeg van 47.9 in juli naar 52.3 in augustus. Dit wijst op de eerste verbetering van de bedrijfsomstandigheden sinds maart. De productieomvang nam voor de eerste keer sinds februari toe en deze toename was aanzienlijk. De nieuwe orders herstelden zich krachtig, waarbij de exportorders de grootste stijging in bijna twee jaar lieten zien. Desondanks verkleinden de Nederlandse producenten hun personeelsbestanden opnieuw.
‘Na het dieptepunt van de inkoopmanagersindex in juni en een eerste herstel in juli, wijst de verdere toename in augustus op een omslag in de sector’, meldt David Kemps, sector banker Industrie bij ABN-Amro. ‘De index ligt nu weer boven de 50, wat betekent dat de krimp van de afgelopen maanden heeft plaatsgemaakt voor groei van de bedrijfsactiviteit ten opzichte van de vorige maand. Voorzichtigheid blijft echter geboden, want de industriële productie ligt nog steeds een stuk lager dan voor de coronacrisis.’
De versoepeling van de lockdowns in verschillende Europese landen en de opgaande lijn van met name de Duitse industrie zorgt er volgens Kemps voor dat de Nederlandse inkoopmanagers voorzichtig positief zijn over de bedrijfsactiviteit in de komende maanden. Daarnaast is het sentiment over de productie over twaalf maanden verder verbeterd, waaruit blijkt dat industriële ondernemers rekenen op economisch herstel in 2021. Net als in veel andere landen zit het aantal nieuwe orders en de productie in de lift.
Orderportefeuilles verder geslonken
Toch is het volgens Kemps nog te vroeg om te juichen. De Nevi PMI meet de activiteit ten opzichte van de vorige maand. Er is maand-op-maand sprake van een stijging, maar vergeleken met dezelfde periode vorig jaar ligt de productie vermoedelijk nog altijd duidelijk lager. Uit de deelindicator voor openstaande orders blijkt bovendien dat de orderportefeuilles in augustus verder zijn geslonken. Dit duidt erop dat de vraag nog steeds op een laag niveau ligt.
Eerder waarschuwden brancheverenigingen zoals Koninklijke Metaalunie, FME en NRK al voor een harde omzetklap na de zomervakantie. Het leed is dus nog niet geleden. Een groot deel van de industriële ondernemers ziet dat deze coronacrisis een langdurig negatief effect zal hebben op hun activiteiten en omzet. De verwachting is dat de vele inmiddels opgestarte reorganisaties later dit jaar leiden tot oplopende werkloosheid, lagere productie, dalende investeringen en minder innovaties.
Crisis nog niet voorbij
Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekende onlangs dat de omzet van de industrie in het tweede kwartaal van dit jaar 16,6 procent lager lag dan in dezelfde periode van 2019. Vooral ondernemers in zwaar getroffen subsectoren, zoals de transportmiddelenindustrie, de chemie en de textiel-, kleding- en lederindustrie, zullen alles op alles moeten zetten om omzetdalingen van soms wel 75 procent in de maanden april en mei weer goed te maken.
De crisis is kortom nog niet voorbij voor de Nederlandse industrie. ABN-Amro verwacht dat de industriële productie voorlopig nog op een lager niveau zal liggen dan vóór de coronacrisis, onder andere door een hernieuwde recessie in de eurozone vanaf het vierde kwartaal. Toch zijn de stand van de inkoopmanagersindex boven de 50 en de aantrekkende nieuwe orders goed nieuws. Het lijkt er volgens Kemps dan ook op dat de Nederlandse industrie het dieptepunt van de crisis achter zich heeft gelaten.