Verkorting van supply chains kostbaar?
Het verkorten van wereldwijde supply chains zal tot forse extra kosten leiden. Dit betoogde Steven Brakman, hoogleraar Internationale Economie aan de Rijksuniversiteit Groningen, in het Financieele Dagblad ruim een week geleden. Uit al zijn uitspraken blijkt dat Brakman weinig verstand heeft van wereldwijde supply chains. Hij hoeft alleen maar naar de winstgevendheid van Inditex (moederbedrijf van onder andere Zara, met korte Europese supply chains) versus H&M te kijken als bewijs dat een kortere (en dus meer wendbare en minder risicovolle) supply chain véél winstgevender is.
Uit recent eigen onderzoek onder 143 Europese productiebedrijven blijkt dat 45 procent van deze bedrijven vanwege de coronacrisis en moeizame leveringen uit China al daadwerkelijk naar alternatieve leveranciers in Europa is overgegaan. Wanneer je de Total Landed Costs van goederen (onderdelen, halffabricaten) uit China vergelijkt met die van Europa, is er vaak weinig verschil. Als je dan ook nog bedenkt dat door de langere supply chain vanuit het Verre Oosten het kapitaalbeslag veel groter is, dan wordt het toch steeds voordeliger om meer vanuit Europa te sourcen.
En dan heb ik het nog niet eens over de toegenomen wendbaarheid en reactiesnelheid bij een kortere Europese supply chain om adequaat te kunnen reageren op een snel veranderende vraag vanuit de markt. Daarnaast heb je beter zicht op de arbeidsomstandigheden binnen Europa. Uit duurzaamheidsoverwegingen en vanwege de wendbaarheid koopt de Nederlandse matrassenfabrikant Auping bijvoorbeeld grondstoffen in een straal van 300 kilometer rond Deventer in; de plek waar hun fabriek staat. Slechts bij hoge uitzondering wordt elders in Europa ingekocht.
Complexe afhankelijkheden
Al deze overwegingen nemen economen volgens mij helemaal niet mee in hun (macro-)economische modellen; dergelijke complexe afhankelijkheden kunnen ze waarschijnlijk niet eens modelleren en meten. En dan is er nog het CBS, dat mij benaderde voor de onderliggende cijfers van ons Europese onderzoek, maar dat mijns inziens volledig achterhaalde branchecodes voor hun statistieken hanteert. In de eerste plaats is het al verbazingwekkend hoe bepaalde, bekende productiebedrijven geregistreerd staan bij de Kamer van Koophandel.
Daarnaast draait het in de business van fysieke goederen helemaal niet om branches, maar om ecosystemen die specifieke eindproducten voortbrengen. In het ecosysteem van Automotive zit bijvoorbeeld ook de multinational Henkel die leverancier is van lijmen aan automobielproducenten, maar ook lijmen (onder andere Pattex) levert voor de Doe-het-zelf. De Automotive kwam in de coronacrisis stil te liggen, terwijl de Doe-het-zelf juist piekte in de vraag. Verwerk dat maar eens in een economisch model!
Achterhaalde modellen
Deze gedifferentieerde impact van Covid-19 op toeleveranciers als Henkel (dat ook Persil produceert) is volgens mij niet te onderscheiden in de huidige, achterhaalde modellen van economen en het CBS. En dat terwijl er rekenkracht en Machine Learning beschikbaar is om dit al lerend te modelleren. Alleen moeten economen en het CBS wel eerst eens begrijpen hoe de wereldwijde supply chains echt in elkaar steken. Supply Chain Management is namelijk net zozeer een vak als Financial Management.
Martijn Lofvers, Chief Trendwatcher Supply Chain Media
martijn.lofvers@supplychainmedia.nl